Nieuwe Pluspunt 6
plusmap
Kernploeg: Eric Van Laere, Ann Van Paemel Auteurs: Peter Roggeman, Eric Van Laere
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 1
26-05-2008 09:40:11
Nieuwe Pluspunt 6 bestaat uit: - het lesboek - de werkschriften a, b en c - het leertakenschrift - de toetsmap - de plusmap (differentiatiemateriaal) - de handleidingen a en b (met administratieve en doelen-cd-rom) - een cd-rom voor in de klas - een cd-rom voor thuis Nieuwe Pluspunt 6 – plusmap Kernploeg Nieuwe Pluspunt: Eric Van Laere, Ann Van Paemel Auteurs Nieuwe Pluspunt 6: Peter Roggeman, Eric Van Laere Auteurs Pluspunt 6: Eric Van Laere, Jeanine Floré, Francis Croes, Nico Breban, Jos Blokken, Yvan Blokken, Marcel Gubbelmans, Albert Vanreyten
Tekeningen: Mario Boon, Freek van Haagen Omslagontwerp: D’hondt-Ravijts Omslagillustratie: D’hondt-Ravijts Lay-out en zetwerk: PX
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.
© Van In, Wommelgem, 2008 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
Eerste druk 2008 ISBN 978-90-306-4906-9 Art. nr. 509116/01 NUR 192 D/2008/0078/635
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 2
26-05-2008 09:40:11
BLOK 1 remediëring verrijking
In de lessen worden de leerlingen er geregeld attent op gemaakt dat ze bij zelfstandig werk hun leertakenschrift kunnen raadplegen wanneer ze iets niet meer weten of ergens aan twijfelen. Pas nadat ze geprobeerd hebben zo een oplossing te vinden voor hun probleem, mogen ze andere hulp inroepen, van een medeleerling of van de leerkracht. In het kader van die ontwikkeling tot een zelfstandige leerhouding bieden we, in tegenstelling tot het vijfde leerjaar, niet meer op elk remediëringsblad een kader aan dat de betrokken leerstof nog eens in beeld brengt. Die leerstofkaders kunnen de leerlingen immers in hun leertakenschrift vinden. In het remediëringsoverzicht kunnen ze aangeven welke leertaken ze bij een bepaalde opgave hebben geraadpleegd. Aan de hand daarvan kun jij nagaan of ze op de juiste plaats hebben gezocht.
Op het remediëringsoverzicht dat op de volgende bladzijde als kopieerblad wordt aangeboden, kun je in de laatste kolom jouw markering of waardering aanbrengen. Die kolom kan echter ook door de leerling gebruikt worden om aan te duiden of dat leerstofonderdeel al dan niet begrepen is (bv. met + of –). Hoe dan ook, dit overzicht geeft je als leerkracht een interessant zicht op de situatie van de leerling, dat bij overlegmomenten erg handig kan zijn.
3
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 3
26-05-2008 09:40:12
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
remediëringsopgave G
B
MMR
MK
1
Grote getallen tot 1 miljard
2
Gelijkwaardige breuken
3
Percenten op een schijfdiagram
4
Percenten berekenen
5
Schaal
6
Handig optellen
7
Handig aftrekken
8
Handig vermenigvuldigen met en delen door 10, 100, 1 000
9
Handig vermenigvuldigen met 15, met 9, met 11
10
Kommagetallen cijferend optellen
11
Kommagetallen cijferend aftrekken
12
Cijferend delen tot op 0,1 nauwkeurig
13
Herleidingen met lengtematen
14
De relatie tijd – afstand – snelheid
15
Herleidingen met oppervlaktematen
16
Loodrechte en evenwijdige rechten
17
Veelvlakken en niet-veelvlakken
18
Zijvlakken, ribben en hoekpunten van veelvlakken
gemaakt (x)
Nr. ............
opgezocht in leertakenschrift *
* Schrijf hier dan het nummer van de leertaak of leertaken die je geraadpleegd hebt.
4
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 4
26-05-2008 09:40:12
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
1
Nr. ............
GROTE GETALLEN
a Schrijf de getallen in de positietabel. Lees ze fluisterend. Md
HM
TM
M
HD
TD
D
H
T
E
189 8 068 38 000 584 215 3 425 602 21 020 116 803 590 000 6 499 850 000
b Schrijf wat elk cijfer waard is. Kijk naar het voorbeeld. 4 537
24 809 7E
721 763 …
3T
…
…
5H
…
…
…
4D
1 869 534 …
…
…
…
…
…
…
…
…
…
… …
c Plaats nu ook deze getallen in de tabel. Md
HM
TM
M
HD
TD
D
H
T
E
een miljoen vierhonderdduizend driehonderd vijftienduizend driehonderdvijftig driehonderdduizend dertien achthonderdtwintigduizend zeshonderdenvijf vier miljard zeshonderdnegenentwintig miljoen vijfenzeventig miljoen negenhonderdvijftigduizend honderd tweehonderdtwintig miljoen zesenveertigduizend
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 5
5
26-05-2008 09:40:12
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
2
Nr. ............
GELIJKWAARDIGE BREUKEN
a Kleur de breuken op de schijven.
50 100
20 100
25 100
75 100
1 4
3 4
1 2
1 5
b Kijk naar de schijven en verbind de breuken die gelijkwaardig (evenveel waard) zijn.
50 100
ô
ô
3 4
20 100
ô
ô
1 4
25 100
ô
ô
1 5
75 100
ô
ô
1 2
c Kleur de breuken die gelijkwaardig zijn aan de breuk vooraan.
3 4
75 100
40 100
1 2
15 20
20 100
50 100
6 8
2 5
7 10
25 100
3 6
8 20
30 60 36 100
d Noteer nu zelf gelijkwaardige breuken van de breuk vooraan.
1 2
6
… … … …
4 5
… … … …
1 4
… … … …
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 6
26-05-2008 09:40:12
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
3
Nr. ............
PERCENTEN WEERGEVEN
a Vul aan en kleur de percenten op de stroken.
10 %
… 100
… 10
10 % van 10 cm is dus
… van 10 cm of …… cm. 10
20 %
… 100
… … of … …
20 % van 10 cm is dus
… van 10 cm of …… cm. …
50 %
… 100
… … of … …
50 % van 10 cm is dus
… van 10 cm of …… cm. …
25 %
… 100
… …
25 % van 10 cm is dus
… van 10 cm of …… cm. …
Kleur 10 % van de strook.
Kleur 20 % van de strook.
Kleur 50 % van de strook.
Kleur 25 % van de strook.
b Kleur 50 % van de strook blauw, 20 % geel en 10 % groen. Hoeveel % blijft er over? …… %
c Percenten op een schijf Tel het aantal delen. Het zijn er …… . Alle delen samen vormen het geheel of 100 %. Elk deel is dus …… % van het geheel. Kleur 4 delen blauw. Je hebt …… van de …… delen gekleurd. Dat is dus samen 4 x …… % of …… %.
d Kleur de percenten op de schijf. Kleur: 20 % groen, 30 % blauw, 10 % geel. Hoeveel % blijft er over? …… %
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 7
7
26-05-2008 09:40:14
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
4
Nr. ............
PERCENTEN BEREKENEN
a Noteer het percent als breuk met noemer 100. Schrijf die breuk dan zo eenvoudig mogelijk. 10 % = … = … 100 …
50 % = … = … 100 …
20 % = … = … 100 …
25 % = … = … 100 …
30 % = … = … 100 …
75 % = … = … 100 …
b Vul aan wat ontbreekt. In elke rij moet een percent, een breuk op honderd en de meest vereenvoudigde breuk staan. Kijk naar het voorbeeld. 15 100
15 %
=
70 %
=
=
b
=
=
c
=
a
d
5%
20 100
=
=
3 20
3 4
=
=
c Noteer eerst de meest vereenvoudigde breuk en reken dan handig uit. 25 % van 200 = … van 200 = ……………………………………………………………… … 40 % van 200 = … van 200 = ……………………………………………………………… … 2 % van 200 = … van 200 = ……………………………………………………………… … 75 % van 200 = … van 200 = ……………………………………………………………… … 15 % van 200 = … van 200 = ……………………………………………………………… …
8
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 8
26-05-2008 09:40:14
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
5
Nr. ............
SCHAAL
a Vul aan. Schaal 1 of 1 : 2 betekent dat …… cm op de tekening in werkelijkheid …… cm is. 2 b Doorstreep wat fout is. Op schaal 1 is de tekening half / dubbel zo groot als de werkelijkheid. 2 c Hoeveel cm in werkelijkheid?
… cm
5 cm
1 cm is 30 cm in werkelijkheid. De moto is in werkelijkheid ……… cm
… cm
schaal 1 : 150
1 cm is in werkelijkheid ……… cm. Meet de lengte en de breedte nauwkeurig.
of ……… m lang. Het sportvliegtuigje is in werkelijkheid ………… cm of …… m lang en ………… cm of …… m breed. d Hoe ver is het? 1 cm op de kaart is …… km in werkelijkheid. Op de kaart is de afstand van Kier naar Vio …… cm. In werkelijkheid is dat dus …… x …… km of …… km. Van Bar naar Vio is …… cm op de kaart. Dat is dus …… km over de weg.
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 9
9
26-05-2008 09:40:15
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
6
Nr. ............
HANDIG OPTELLEN
Los op zoals in het voorbeeld. 2 856 + 377 = 2 856 + 300 + 70 + 7 = 3 156 + 70 + 7 = 3 226 + 7 = 3 233 5 426 + 262 = 5 426 + ……… + ……… + ……… = ........................................................................................ 1 816 + 473 = ................................................................................................................................................ 3 656 + 686 = ................................................................................................................................................ 5 624 + 299 = 5 624 + 300 – 1 = 5 924 – 1 = 5 923 2 316 + 599 = 2 316 + ……… – ……… = ...................................................................................................... 4 324 + 698 = ................................................................................................................................................ 3 656 + 599 = ................................................................................................................................................ 3 416 + 325 + 184 = (3 416 + 184) + 325 = 3 600 + 325 = 3 925 8 233 + 876 + 267 = (………… + …………) + ………… = ………… + ………… = ........................................... 3 514 + 186 + 711 = ..................................................................................................................................... 5 786 + 324 + 514 = .....................................................................................................................................
7
HANDIG AFTREKKEN
Los op zoals in het voorbeeld. 3 133 – 726 = 3 133 – 700 – 20 – 6 = 2 433 – 20 – 6 = 2 413 – 6 = 2 407 7 635 – 723 = 7 635 – ………… – ………… – ………… = .............................................................................. 5 268 – 362 = ................................................................................................................................................ 2 543 – 656 = ................................................................................................................................................ 6 386 – 299 = 6 386 – 300 + 1 = 6 086 + 1 = 6 087 4 954 – 399 = ………… – ………… + ………… = .......................................................................................... 2 264 – 698 = ............................................................................................................................................... 9 072 – 198 = ............................................................................................................................................... 4 726 – 342 – 158 = 4 726 – (342 + 158) = 4 726 – 500 = 4 226 8 547 – 252 – 248 = ………… – (………… + …………) = ………… – ………… = ........................................... 3 835 – 375 – 425 = ..................................................................................................................................... 4 654 – 635 – 365 = .....................................................................................................................................
10
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 10
26-05-2008 09:40:15
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
8
Nr. ............
VERMENIGVULDIGEN MET EN DELEN DOOR 10, 100, 1 000
Kijk goed in de tabellen hoe het werkt. Vermenigvuldigen met 10, 100, 1 000: de getallen 10, 100 of 1 000 keer groter maken g 1, 2 of 3 rangen opschuiven naar links HD
TD
x 100 x 1 000
6
H
H
T
E
6
2
3
6
2
3
0
x 10
6
2
3
0
0
x 100
2
3
0
0
0
x 1 000
x 10
D
T
6
E,
t
h
d
0,
6
2
3
6,
2
3
6
2,
3
2
3
Delen door 10, 100, 1 000: de getallen 10, 100 of 1 000 keer kleiner maken g 1, 2 of 3 rangen opschuiven naar rechts
: 10
HD
TD
D
H
T
E
H
T
E,
7
5
8
0
0
0
7
5
8
7
5
8
0
0
: 10
7
5,
8
7
5
8
0
: 100
7,
5
8
7
5
8
: 1 000
0,
7
5
: 100 : 1 000
t
h
d
8
Los nu deze bewerkingen op. 18 x 100 = …………… 3,58 x 10 = ……………
Als je twijfelt, werk dan in de positietabel. HD
TD
D
H
T
E,
t
h
d
2,89 x 100 = …………… 34 x 1 000 = …………… 1 117 : 100 = …………… 59 : 10 = …………… 9,13 : 10 = …………… 18 : 100 = …………… 56,3 x 1 000 = …………… 776 : 1 000 = …………… 0,31 x 10 = …………… 96,5 : 10 =…………… 34 x 100 = …………… 9 872 : 1 000 = …………… 4,67 x 10 = …………… 89 : 100 = …………… 52 800 : 1 000 = ……………
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 11
11
26-05-2008 09:40:15
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
9
Nr. ............
VERMENIGVULDIGEN MET 15, 11, 9
Weet je het nog? vermenigvuldigen met 15
g vermenigvuldigen met 10 en de helft van dat product erbij tellen 16 x 15 = 160 + 80 = 240 2,8 x 15 = 28 + 14 = 42
vermenigvuldigen met 11
g vermenigvuldigen met 10 en 1 keer het getal erbij tellen 16 x 11 = 160 + 16 = 176 2,8 x 11 = 28 + 2,8 = 30,8
vermenigvuldigen met 9
g vermenigvuldigen met 10 en 1 keer het getal eraf trekken 16 x 9 = 160 – 16 = 144 2,8 x 9 = 28 – 2,8 = 25,2
a Los op in stapjes.
4,3 x 10 = ………… 4,3 x 1 = ………… 25 x 10 = …………
4,3 x 11 = ………… + ………… = …………
de helft van ………… = ………… 1,8 x 10 = …………
25 x 15 = ………… + ………… = ………
1,8 x 1 = ………… 1,8 x 9 = ………… – ………… = …………
64 x 10 = ………………………
4,2 x 10 = ………………………
7,8 x 10 = ………………………
64 x 15 = ………………………
4,2 x 11 = ………………………
7,8 x 9 = ………………………
= ………………………
= ………………………
= ………………………
b Nu korter
12
34 x 9 = …………………………………………
11 x 49 = …………………………………………
6,4 x 15 = …………………………………………
270 x 9 = …………………………………………
0,6 x 11 = …………………………………………
650 x 15 = …………………………………………
15 x 65 = …………………………………………
34,5 x 11 = …………………………………………
9 x 8,4 = …………………………………………
15 x 9,6 = …………………………………………
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 12
26-05-2008 09:40:16
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
10
Nr. ............
CIJFEREND OPTELLEN
a Maak een schatting. Los dan op. 35,89 + 2,54 = ............................................... ≈ ....................................................................
T
E,
t
h
3
5,
8
9
2,
5
4
d
Kijk goed naar de schikking. +
b Schik de rangen nu zelf netjes onder elkaar en los dan op. Vergeet niet te schatten. 5 234,3 + 45,6 = ............................................
4 361,5 + 3 217,8 = ........................................
≈ ....................................................................
≈ ....................................................................
D
H
T
E,
t
D
+
H
T
E,
t
+
875 278,35 + 24 604,71 = ..............................
108 673,25 + 60 027,8 = ...............................
≈ ....................................................................
≈ ....................................................................
HD
TD
+
D
H
T
E,
t
h
HD
TD
D
H
T
E,
t
h
+
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 13
13
26-05-2008 09:40:16
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
11
Nr. ............
CIJFEREND AFTREKKEN
a Maak een schatting. Los dan op. 87,43 – 5,26 = ................................................
T
E,
t
h
8
7,
4
3
5,
2
6
≈ .................................................................... Kijk goed naar de schikking.
–
b Schik de rangen nu zelf netjes onder elkaar en los dan op. Vergeet niet te schatten. 8 629,4 – 463,2 = ...........................................
7 538,4 – 4 685,3 = .......................................
≈ ....................................................................
≈ ....................................................................
D
H
T
E,
t
D
–
T
E,
t
–
76 288,64 – 34 812,42 = ................................
38 615,44 – 7 704,6 = ...................................
≈ ....................................................................
≈ ....................................................................
TD
D
H
T
E,
t
h
–
14
H
TD
D
H
T
E,
t
h
–
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 14
26-05-2008 09:40:16
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
12
Nr. ............
CIJFEREND DELEN TOT OP 0,1
4 374 : 7 = …………… (tot op 0,1 nauwkeurig) Je maakt een schatting.
≈ 4 200 : 7 = 600
Delen tot op 0,1 nauwkeurig wil zeggen dat je deelt tot 1 cijfer na de komma. Je voegt aan het deeltal een komma en één nul toe. Je plaatst de komma in het quotiënt wanneer je de komma in het deeltal passeert. Om de waarde van de rest te bepalen kijk je naar de rang waarin het restgetal staat: hier heb je 4t of 0,4 rest.
–
D
H
T
E,
t
4
3
7
4,
0
4
2
–
6
1
7
1
4
–
7
3
4
2
8
4 374 : 7 = quotiënt 624,8 rest 4t –
6
0
5
6
2
4,
8
4
a Deel nu zelf. Maak een schatting, reken het precies uit en noteer de waarde van de rest. Deel tot op 1 nauwkeurig.
Deel tot op 0,1 nauwkeurig.
8 628 : 6 = quotiënt …………… rest ...................
20 529 : 4 = quotiënt ………… rest ..............................
≈ .........................................................................
≈ ..................................................................................
D
H
T
E
TD D
H
T
E,
t
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 15
15
26-05-2008 09:40:16
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
Nr. ............
b Nu met een deler van 2 cijfers. Deel tot op 0,1 nauwkeurig. 29 121 : 12 = quotiënt ……………… rest ...................
52 893 : 25 = quotiënt ……………… rest ..................
≈ ................................................................................
≈ ...............................................................................
TD D
16
Deel tot op 0,1 nauwkeurig.
H
T
E,
t
TD D
H
T
E,
t
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 16
26-05-2008 09:40:17
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
13
Nr. ............
LENGTEMATEN HERLEIDEN
a Vervolledig de eerste rij van de tabel. ………
100 m
10 m
m
……
……
……
1 1 1 1
b Vul de maatgetallen aan. Kijk goed naar de tabel. 1 km = …………… m 1 m = …………… dm
1 dm = …………… cm
1 m = …………… cm
1 dm = …………… mm
1 m = …………… mm
1 cm = …………… mm
c Plaats de maatgetallen in de tabel. Schrijf geen komma’s. 16 dm 260 cm
km
100 10 m m
m
dm
cm
mm
5,9 m
Weet je het nog? De eenheid in het maatgetal bepaalt de naam van de maateenheid. bv. In 35,6 m is 5 de eenheid. Je noteert de 5 dus bij meter.
3,6 km
T
E,
t
3
5,
6
d Vul de maatgetallen aan. Kijk naar de tabel.
Nu zonder hulp van de tabel.
16 dm = ………… cm
3,89 m = ………… dm
14,7 dm = ………… m
260 cm = ………… m
45 cm = ………… mm
120 mm = ………… cm
5,9 m = ………… dm
12,5 dm = ………… cm
0,45 m = ………… cm
3,6 km = ………… m
120 cm = ………… dm
1,5 km = ………… m
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 17
17
26-05-2008 09:40:17
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
14
Nr. ............
TIJD – AFSTAND – SNELHEID
a Zoek de afstand. 1 Freek wandelt graag. In een uur legt hij 5 km af. Hoeveel km legt hij af in 3 uur? Teken het.
0 km
5 km 1 uur
…… km 2 uur
2 Met zijn koersfiets rijdt Tom in een uur 30 km. Hoeveel km kan hij afleggen in een halfuur? In een halfuur kan Tom …… km afleggen.
3 uur
4 uur :…
afstand tijd
30 km
………. km
1 uur = 60 min.
30 min. :2
3 Met haar fiets legt Felien in een uur 15 km af. Ze heeft 3 uur gefietst. Hoe ver is ze geraakt? Na 3 uur is ze …… km ver geraakt.
x… afstand tijd x…
b Zoek de gemiddelde snelheid. 1 Fien doet twee uur over een fietstocht van 32 km. Wat is haar gemiddelde snelheid? Fien fietst met …… km/uur.
:… afstand
32 km
………. km
tijd
2 uur
1 uur :…
2 Mona fietst in 3 uur 36 km. Wat is haar gemiddelde snelheid? Mona fietst met …… km/uur.
:… afstand tijd :…
c Zoek de tijd. 1 Arno maakt een voettocht van 18 km. Hij haalt een gemiddelde snelheid van 6 km per uur. Hoeveel tijd heeft hij nodig? Arno heeft …… uur nodig voor de voettocht.
2 Karen maakt een fietstocht van 150 km. Ze haalt een gemiddelde snelheid van 25 km per uur. Hoe lang doet ze over de tocht? Karen doet …… uur over de tocht.
18
x… afstand
6 km
18 km
tijd
1 uur
…… uur x… x…
afstand tijd x…
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 18
26-05-2008 09:40:17
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
15
Nr. ............
OPPERVLAKTEMATEN HERLEIDEN m²
dm²
cm²
1 1 1
a Vul de maatgetallen aan. Kijk goed naar de tabel. 1 m² = …………… dm² 1 dm² = …………… cm²
1 dm² = …………… m²
1 m² = …………… cm²
1 cm² = …………… dm²
b Plaats de maatgetallen in de tabel. Schrijf geen komma’s. 300 cm²
m²
dm²
cm²
Weet je het nog?
1,4 m²
De eenheid in het maatgetal bepaalt de
36 000 cm²
naam van de maateenheid.
639 dm²
bv. In 28,9 m² is 8 de eenheid. Je noteert de 8 dus bij m².
8,45 dm²
T
E,
t
2
8,
9
c Vul de maatgetallen aan. Kijk naar de tabel.
Nu zonder hulp van de tabel.
300 cm² = ………… dm²
4,9 dm² = ………… cm²
79 m² = ………… dm²
1,4 m² = ………… dm²
840 dm² = ………… m²
8,47 m² = ………… dm²
36 000 cm² = ………… m²
63,9 dm² = ………… cm²
0,5 m² = ………… dm²
639 dm² = ………… m²
0,25 dm² = ………… cm²
642 cm² = ………… dm²
8,45 dm² = ………… cm²
20 000 cm² = ………… m²
7 500 cm² = ………… m²
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 19
19
26-05-2008 09:40:18
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
16
Nr. ............
EVENWIJDIG EN LOODRECHT
a Hang de bordjes op de juiste plaats en vul aan.
a
b
d
e
c f
ô
snijdende rechten
ô
ô
loodrecht snijdende rechten
evenwijdige rechten
…
…
… // …
b Teken zelf evenwijdige en loodrecht snijdende rechten. Teken er zoveel als je wilt. Gebruik je geodriehoek. Kijk nog eens goed in je leertakenschrift hoe je dat doet.
20
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 20
26-05-2008 09:40:18
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
17
Nr. ............
VEELVLAKKEN EN NIET-VEELVLAKKEN
a Zoek in je directe omgeving vijf voorwerpen die je kunt rollen, schuiven of allebei. Controleer de gegeven eigenschappen. Zet een kruisje in de juiste kolom. voorwerpen
alleen rollen
alleen schuiven
zowel rollen als schuiven
1 2 3 4 5
b Vul aan. • Voorwerpen of ruimtefiguren die alleen maar rollen, hebben een ………………………… oppervlak. • Voorwerpen of ruimtefiguren die alleen maar schuiven, hebben ………………………… oppervlakken. Deze voorwerpen of ruimtefiguren noemen we veelvlakken. • Voorwerpen of ruimtefiguren die rollen en schuiven, hebben zowel ………………………… als ………………………… oppervlakken.
c Zet een kring rond het nummer van de voorwerpen uit de tabel die veelvlakken zijn.
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 21
21
26-05-2008 09:40:18
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
18
Nr. ............
WAT ZIE JE AAN EEN VEELVLAK?
Zoek in de klas enkele veelvlakken. Wijs daarop zijvlakken, ribben en hoekpunten aan. Werk per twee. Vul dan deze termen aan op de tekeningen hieronder.
22
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 22
26-05-2008 09:40:18
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
1
Nr. ............
Zoek de getallen.
Je mag het positieschema gebruiken, maar probeer het eerst zonder. 2HD + 8D + 9H + 4T + 5E
g …………………………
1M + 3TD + 5H
g …………………………
2Md + 4M
g …………………………
3Md + 4HM + 7TM + 6D + 5T + 8E
g …………………………
honderdenvier miljoen en zes eenheden
g …………………………
driehonderdachttienduizend zevenhonderdenvier
g …………………………
zevenentwintig miljoen vierhonderdentwee duizend
g …………………………
één minder dan drie miljoen
g …………………………
twee meer dan negenhonderdnegenennegentigduizend
g …………………………
driehonderdduizend meer dan negen miljoen
g …………………………
Md
2
HM
TM
M
HD
TD
D
H
T
E,
t
h
d
Breuken en percenten
a Probeer dit eens uit je hoofd. Hoeveel %?
100 % is
15 van 75
…………
25 % is € 400
………………
325 van 500
…………
2 % is 1 000 kg
………………
90 van 150
…………
15 % is 750 m
………………
b Vergelijk en vul aan: of =. 15 % van 80
………
80 % van 15
45 % van 220
………
9 van 220 20
16 % van 75
………
75 : 16
75 % van 4
………
4 x 0,75
33 % van 60
………
1 van 60 3
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 23
23
26-05-2008 09:40:19
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
3
Nr. ............
Plattegrond
deur venster Dit is de plattegrond van de slaapkamer van Elke, getekend op schaal 1 : 40. In de kamer staat: 1 een bed van 80 cm breed en 200 cm lang; 2 een boekenkast van 80 cm breed, 120 cm hoog en 40 cm diep; 3 een tafeltje van 1 meter bij 80 cm; 4 een stoel van 40 cm x 40 cm. Teken dit meubilair op schaal 1 : 40 in de plattegrond van de kamer. Denk erom, de deur moet nog open kunnen. Hoe groot is de resterende oppervlakte in m2? Houd rekening met het feit dat waar je een meubel gezet hebt, er niets anders kan staan. ........................................................................
4
4 853,5 + 42,19 + 700,048 = ...................................
124 x 38,8 = ............................................................
≈ .............................................................................
≈ ..............................................................................
274 987,04 + 49 958 + 0,498 = ..............................
25 676 : 56 = ...........................................................
≈ .............................................................................
≈ ..............................................................................
6 000 – 21,067 = .....................................................
648 830 : 62 = ........................................................
≈ .............................................................................
≈ ..............................................................................
5
24
Eerst schatten, dan uitrekenen op een blad. Schrijf de uitkomst achter de opgave.
Reken de percenten handig uit. 16 % van € 300 = …………………………………
12,5 % van € 680 = …………………………………
19 % van € 500 = …………………………………
11 % van € 8,80 = …………………………………
25 % van € 1 644 = …………………………………
98 % van € 36 = …………………………………
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 24
26-05-2008 09:40:19
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
6
Nr. ............
De sterrenkijker ZRM
Het licht legt per seconde een afstand van 300 000 km af.
Uranus
Mercurius Mars Venus
Aarde
Jupiter Neptunus
planeet
afstand tot de aarde
Saturnus
tijd
zon
150 miljoen km
……………………………………………………………………………
Mars
78 miljoen km
……………………………………………………………………………
Mercurius
80 miljoen km
……………………………………………………………………………
Venus
42 miljoen km
……………………………………………………………………………
Jupiter
630 miljoen km
……………………………………………………………………………
Neptunus
4 300 miljoen km
……………………………………………………………………………
Saturnus
1 400 miljoen km
……………………………………………………………………………
Uranus
2 900 miljoen km
……………………………………………………………………………
7
Bereken het verschil. Let goed op de maateenheid waarin je het moet uitdrukken.
30 m – 240 dm = …………………………………………………………… dm 6,05 km – 50 m = …………………………………………………………… m 963 m – 5 dm = …………………………………………………………… m 3,8 dm – 2,7 cm = …………………………………………………………… cm 5 km – 350 cm = …………………………………………………………… m
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 25
25
26-05-2008 09:40:19
BLOK 1 Naam: .......................................................................................................................
8
Nr. ............
Eigenschappen van vierhoeken
a Welke uitspraak is niet waar voor elke ruit? Kruis ze aan.
ô
De hoeken zijn twee aan twee gelijk.
ô
De zijden zijn twee aan twee gelijk.
ô
De zijden zijn twee aan twee evenwijdig.
ô
De diagonalen zijn even lang.
ô
De diagonalen snijden elkaar middendoor.
ô
De diagonalen snijden elkaar loodrecht.
b Welke uitspraak is niet waar voor elke rechthoek? Kruis ze aan.
ô
De vier hoeken zijn gelijk.
ô
De zijden zijn twee aan twee gelijk.
ô
De zijden zijn twee aan twee evenwijdig.
ô
De diagonalen zijn even lang.
ô
De diagonalen snijden elkaar middendoor.
ô
De diagonalen snijden elkaar loodrecht.
c Van deze witte vierhoek is slechts een gedeelte zichtbaar. Wat is die vierhoek zeker? Kruis het juiste antwoord aan. Deze vierhoek is zeker een:
ô
rechthoek.
ô
parallellogram.
ô
ruit.
ô
trapezium.
ô
vierkant.
d Welke van deze vierhoeken heeft één paar evenwijdige zijden én diagonalen die loodrecht op elkaar staan? Zet een kruisje bij de juiste figuur.
26
Dit kopieerblad hoort bij Nieuwe Pluspunt 6, Plusmap blok 1. © Van In.
080176_01N NPP6_PlusM_1_3.indd 26
26-05-2008 09:40:20