Apr 1, 2018 - Blijkbaar hoeft het feit dat men meer wil dat het kabinet de rit uitzit nog niet automatisch te betekenen
De Stemming van 1 april 2018 Hoewel de ontwikkelingen van week tot week gering zijn, zien we wel een aantal interessante aspecten in de -ontwikkeling- van de kiezersvoorkeur. De score van deze week is gelijk aan die van vorige week. De ontwikkeling van de beantwoording van de vraag of men hoopt dat het kabinet de rit uitzit is heel interessant en daarom gaan we daar vandaag dieper in. Ook op de uitslag van het referendum over de WIV en wat er verder zou moeten gaan gebeuren. Peiling Zetelverdeling Versch met TK2017
zetels
TK2017
1-042018
VVD
33
24
-9
Forum voor Democratie
2
16
14
GroenLinks
14
16
2
CDA
19
15
-4
SP
14
14
D66
19
13
-6
PvdA
9
12
3
PVV
20
11
-9
Partij voor de Dieren
5
8
3
50PLUS
4
7
3
ChristenUnie
5
6
1
DENK
3
5
2
SGP
3
3
Totaal
150
150
VVD+CDA+D66+ChristenUnie
76
58
-18
Bij de start van het kabinet wilde 50% dat het kabinet de rit zou gaan uitzitten. Vrij snel daarna daalde dat percentage. Rond Kerstmist 2017 was dit percentage gedaald naar 39%. Inmiddels is die score duidelijk verander en weer 10% gestegen naar bijna de aanvangsscore. Interessant is daarbij dat die score onder kiezers van GroenLinks, PvdA, PvdD en SP, inmiddels hoger is dan bij de start van het kabinet. Onder de kiezers van de regeringspartijen hoopt een grote meerderheid dat het kabinet de rit uitzit. Onder VVD-kiezers is dat percentage zelfs 90%.
De grote vraag is eigenlijk, als blijkbaar zoveel kiezers van de regeringspartijen willen dat het kabinet de rit uitzit, dat dan toch de regeringspartijen 16 zetels verliezen t.o.v. de Tweede Kamerverkiezingen? Om daar meer duidelijkheid in te krijgen is de onderstaande tabel gemaakt. Daarin staat aangegeven welk deel van de de kiezers van een partij aangeven nu nog steeds die partij te willen stemmen. En dan uitgesplitst naar degenen die willen dat het kabinet de rit uitzit en degenen die niet willen dat het kabinet de rit uitzit van dit moment. Uit die tabel valt af te leiden dat zelfs als kiezers van regeringspartijen willen dat het kabinet de rit uitzit, toch 20 a 25% niet meer dezelfde keuze maakt als bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Die kiezers geven hetzij dan aan nu niet te weten op welke partij te stemmen of gaan naar een oppositiepartij over. Maar als een kiezer van een oppositiepartij wel wil dat het kabinet de rit uitzit dan geven maar heel weinig van die kiezers aan nu een regeringspartij te stemmen. Als ze overstappen naar een andere partij dan is dat ook een oppositiepartij. Blijkbaar hoeft het feit dat men meer wil dat het kabinet de rit uitzit nog niet automatisch te betekenen dat men dan eerder een regeringspartij dan een oppositiepartij gaat stemmen! Maar het zou ook kunnen zijn dat als de positievere houding ten opzichte van het kabinet verder doortrekt dat het dan toch in een verbeterde electorale positie van een deel van- de regeringspartijen terug gevonden gaat worden.(Alhoewel dat de PvdA in de tweede helft van de regeringsperiode van Rutte II niet geholpen heeft). Stemmen nog steeds dezelfde partij als bij TK2017 Allen
Stemde bij TK2017 VVD
CDA
D66
GrLnks
PvdA
PvdD
SP
FvD
PVV 50PLUS
Wil dat kabinet de rit uitzit
73%
77%
81%
75%
68%
83%
70%
45%
89%
25%
57%
Wil niet dat kabinet de rit uitzit
66%
22%
20%
23%
74%
87%
72%
67%
92%
55%
67%
Allen
69%
71%
64%
61%
72%
85%
71%
65%
91%
53%
65%
Het lijkt er dus op dat politieke discussies over specifieke onderwerpen een groter effect hebben op de electorale posities van de partijen dan een algeheel gevoel over het functioneren van het kabinet. Het referendum over de WIV en het vervolg ervan zou zo'n onderwerp kunnen zijn. De onderstaande twee tabellen laten dat zien. Allereerst blijkt dat 22% van de Nederlanders vindt dat de WIV ongewijzigd moet worden doorgezet. Zelfs van degenen die "Voor" hebben gestemd, geeft 52% aan dat de wet aangepast zou moeten worden. Interessant is om te zien dat onder de tegenstemmers maar 30% is die vindt dat de wet volledig moet worden teruggetrokken. 67% van de tegenstemmers geeft aan dat de wet aangepast zou moeten worden. Onder alle Nederlanders is dat 59%.
Bij de kiezers van VVD en CDA, die hebben voorgestemd, vindt de helft dat de wet aangepast moet worden en de helft dat de wet moet worden doorgezet. Maar onder D66kiezers die hebben voorgestemd bij de wet vindt 74% dat de wet door de regering zou moeten worden aangepast. Wat moet de regering met de WIV doen? (Alleen voorstemmers) Stemde bij TK2017
Voor gest.
VVD
CDA
D66
GrLnks
PvdA
PvdD
SP
FvD
Wet gewoon doorzetten
43%
50%
47%
16%
18%
52%
*
12%
*
54%
*
Wet aanpassen
52%
47%
50%
74%
73%
48%
*
75%
*
36%
*
Wet terugtrekken
2%
0%
0%
4%
3%
0%
*
9%
*
3%
*
Weet niet/geen antwoord
3%
3%
3%
5%
6%
0%
*
4%
*
7%
*
Totaal
100%
100%
100%
100%
100%
100%
*
100%
*
100%
*
verticaal gepercenteerd
PVV 50PLUS
*) te weinig respondenten Ten slotte is gevraagd of de opvattingen over het referendum gewijzigd zijn naar aanleiding van het verloop en het resultaat van dit referendum. Per saldo lijkt dat niet het geval te zijn. Is er wat veranderd aan uw opvattingen over het referendum? Allen