Nieuw Nederlands 4e editie, 1 havo/vwo, antwoorden ...

39 downloads 213 Views 18KB Size Report
Nieuw Nederlands 4e editie, 1 havo/vwo, antwoorden leerlingenboek, hoofdstuk 4. Test. Lezen. 1 Coopertest. 2 Artikel. 3 Je uithoudingsvermogen. 4 Je moet de ...
Nieuw Nederlands 4e editie, 1 havo/vwo, antwoorden leerlingenboek, hoofdstuk 4 e.

Test Lezen 1 Coopertest. 2 Artikel. 3 Je uithoudingsvermogen. 4 Je moet de Coopertest niet doen als je heel weinig lichaamsbeweging hebt. Deze waarschuwing is voorzien van een icoontje met een uitroepteken en de tekst is vet gedrukt. 5 Zijn conditie is gemiddeld. Hidde heeft namelijk 2375 m. gelopen. 6 De conditie van jongens wordt gemiddeld beter naarmate ze ouder worden en die van de meisjes wordt gemiddeld slechter naarmate ze ouder worden. Taal en woordenschat 7 a De eik, de beuk en de berk zijn voorbeelden van bomen die in een loofbos voorkomen. b De Magere Brug is een voorbeeld van een hele mooie brug in Amsterdam. c De wandelende tak en de sprinkhaan zijn voorbeelden van dieren met een goede schutkleur. 8 a welvaart - toestand van voorspoed in de maatschappij. b gebrekkig - met gebreken. c ongemakken - iets waar je last van hebt. d eisen stellen aan iets - voorwaarden stellen. e prenataal - tijdens de zwangerschap (of: voor de geboorte). 9 a de voorkeur geven aan b rekenen op c twijfelen aan d vallen voor iemand (of: op iemand vallen) Grammatica 10 a.

(De plant voor het raam) (is) vsinds gisterenv [aan het bloeien} .

b.

vTijdens

het schoolfeestv (vond) (ik)

een portemonnee vin de garderobev. c.

vIn

elke krantv (zie) (je) vwelv een

cartoon {staan} . d.

(Klaas-Jan Huntelaar) (heeft) vvoor het eindsignaalv een wonderschoon doelpunt {gemaakt} .

vSoms v

(staat) (Eline) vwel een

kwartierv vop de gangv [te kletsen}. f.

(Wie) (geeft) verv vvaakv geld aan de draaiorgelman ?

g.

(Anna) (heeft) deze fiets een mooie, rode kleur {gegeven} .

11 a wie = vra.vn, geeft = zww, geld = zn, de = lw b heeft = hww, deze = aanw.vn, mooie = bn, kleur = zn c vroeg = zww, de = lw, gevolgen = zn, een = lw, tsunami = zn d die = aanw.vn, een = lw, gouden = bn, horloge = zn Spelling 12 beantwoorden: beantwoord, beantwoordt, beantwoorden bevallen: beval, bevalt, bevallen communiceren: communiceer, communiceert, communiceren doden: dood, doodt, doden lopen: loop, loopt, lopen meten: meet, meet, meten schobben: schrob, schobt, schrobben spelen: speel, speelt, spelen verraden: verraad, verraadt, verraden verwachten: verwacht, verwacht, verwachten 13 alfabetisch – chirurg – crème – extreem – symptomen 14 oplichter – chemisch – bouwgrond – huichelaar – schijnheilig – ochtendgloren – geschrift – goochelaar – jochies – vlaggen (laatste woord: vlagen mag ook)