schoolgids hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs - De Parel

6 downloads 119 Views 83KB Size Report
In onze school werken we met 8 groepen van gemiddeld 25 kinderen en we hebben ervoor gekozen geen ... horen de groepen 1 t/m 4 en tot de bovenbouw de groepen 5 t/m 8. Op onze school werken .... Geschiedenis groep 5 – 8 Wijzer door ...
2.

De organisatie van het onderwijs

2.1. – De organisatie van de school In onze school werken we met 8 groepen van gemiddeld 25 kinderen en we hebben ervoor gekozen geen enkele combinatiegroep te vormen. Wij hebben de school verdeeld in onderbouw en bovenbouw. Tot de onderbouw horen de groepen 1 t/m 4 en tot de bovenbouw de groepen 5 t/m 8. Op onze school werken we vanaf groep 3 volgens het leerstofjaarklassensysteem. Dat houdt in dat in één groep alle leerlingen ongeveer dezelfde leeftijd hebben en werken aan dezelfde leerstof. Het onderwijs richt zich op het niveau van de gemiddelde leerling. Het voordeel van dit systeem is de eenduidigheid en de rust in de organisatie. Om tegemoet te komen aan het verschil in (leer)ontwikkeling van kinderen werken we handelingsgericht. Hierbij kijken we naar de onderwijsbehoeften van kinderen: wat heeft het kind nodig om zo goed mogelijk tot leren te komen? In 2012-2013 zijn we begonnen met de invoering van de 1-zorg route. Dit betekent dat we steeds meer per vakgebied de klas indelen in 3 groepen: - instructie onafhankelijke leerlingen - instructie gevoelige leerlingen - instructie afhankelijke leerlingen We werken met groepsplannen in plaats van individuele handelingsplannen. 2.2. – Schoolplan Eén keer in de vier jaar stellen wij een schoolplan op. Dit is een beleidsplan met een looptijd van 4 jaar. In de periode 2011- 2015 richten wij ons met name op de volgende onderwerpen: • voor de vakgebieden Rekenen, Engels en de zaakvakken voeren we nieuwe methodes in • invoering van een nieuwe methodiek voor spelling, passend bij de huidige methode • invoering techniekonderwijs voor de leerlingen van groep 3 tot en met 8 • effectief taal- en leesonderwijs • invoering en borging van coöperatieve werkvormen binnen verschillende vakgebieden • verder vormgeven van het zelfstandig werken • invoeren beleid voor toptalent, compacten en verrijken van leerstof voor begaafde leerlingen • invoering en verder uitwerken van gebruik van ICT binnen het onderwijs • structureren en intensiveren van de leerlingenzorg • invoeren van HandelingsGericht Werken (HGW) • presentatie door schoolgids, nieuwsbrief en website • oriëntatie op geïntegreerd zaak- en vakonderwijs • invoering Engelse les voor groep 1 tot en met 4 Aan alle bovenstaande punten wordt gewerkt binnen de school. Een aantal zijn zelfs al uitgevoerd in de afgelopen jaren. Er is een nieuwe methode voor rekenen en Engels ingevoerd en de invoering van HGW is in een vergevorderd stadium.

Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

1

PCBS De Parel

2.3. – Lesprogramma groep 1 en 2 De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders. De werkwijze sluit volledig aan bij de manier waarop jonge kinderen leren: door spel en omgaan met andere kinderen. Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit de kring, zowel in een grote als kleine kring. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan groepstafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. In groep 1 ligt de nadruk op het wennen aan de school. Er is veel aandacht voor gewoontevorming, regelmaat, structuur en groepsklimaat. Leren gebeurt vooral door spelen. Het spel dat wordt aangeboden is door de leerkrachten gepland vanuit de doelen die kleuters moeten behalen. In groep 2 gaat dit proces gewoon door. Hier kan de rol van de leerkracht meer de sturende kant opgaan, gericht op de vaardigheden die kinderen voor het onderwijs in groep 3 moeten beheersen om goed te leren lezen, schrijven en rekenen. Alles is in deze beide groepen gekoppeld aan thema's zoals de herfst, de post, kleur en vorm, het voorjaar enz. Op een nauwelijks merkbare manier worden de leer- en vormingsgebieden in de thema’s aangeboden. Taal is in de kleutergroepen een belangrijk communicatiemiddel. Door middel van verhalen en gesprekken brengen we het kind in contact met nieuwe gebeurtenissen en we komen tegemoet aan de kinderlijke nieuwsgierigheid en leergierigheid. Door het samen praten leren we onze gedachten te verwoorden en leggen we sociale contacten. Verder is de taal een wezenlijk onderdeel van de intellectuele en emotionele ontwikkeling. Dit komt tot uiting in het spelen in de hoeken, het interactief voorlezen van prentenboeken, activiteiten in de grote en kleine kring, opzeggen van versjes en zingen van liedjes. In de kleuterbouw vindt ook het voorbereidend rekenonderwijs plaats. Het eerste verzamelen, verdelen, sorteren, tellen en ordenen van hoeveelheden, dit is de basis voor het latere rekenen. Daarnaast krijgen de volgende ontwikkelingsgebieden vooral de aandacht: • Sociale en emotionele ontwikkeling: we gebruiken op school de methode Leefstijl • Motorische ontwikkeling: a. Grove motoriek: gymles, constructiemateriaal en knutselen zoals verven. b. Fijne motoriek: tekenen, knippen, plakken, kralen rijgen, mozaïek e.d. Bij de jongste kleuters ligt de nadruk in het begin veelal op het aanleren van de verschillende technieken en de omgang met de materialen. Bij de oudste kleuters wordt de opdracht uitgebreid. Hier komen ook de specifieke opdrachten aan de orde voor het voorbereidend rekenen, lezen en schrijven. • Zintuiglijke ontwikkeling: puzzels, lotto’s, domino, mozaïek en muziek. Er wordt in de kleutergroepen aandacht besteedt aan het zelfstandig werken aan de hand van een keuzebord en de afspraken in school. Op speelse wijze leren de kinderen zelf initiatieven te nemen en hun werkjes in te plannen. Ze dragen op deze manier al verantwoordelijkheid en dit geeft hen veel voldoening en zelfvertrouwen. De leerkracht stuurt waar nodig bij in de keuzes van de kinderen, zodat zij zich zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen.

Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

2

PCBS De Parel

2.4. – Lesprogramma groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 komt de leerstof meer en meer per vakgebied aan de orde. De methodes die wij gebruiken vormen het uitgangspunt. Alle methodes voldoen aan de door de overheid vastgestelde kerndoelen. We geven een overzicht: Lezen en taal Rekenen Schrijven Aardrijkskunde Biologie Geschiedenis Verkeer Engels Soc. emotionele Ontwikkeling

groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep

3 4 3 1 5 5 5 5 7 1

– – – – – – – – –

8 8 6 8 8 8 6 8 8

Veilig leren lezen Taal op Maat Wereld in getallen Schrijven in de basisschool Geobas Leefwereld Wijzer door de tijd Op voeten en fietsen (VVN) Jeugdverkeerskrant (VVN) Take it Easy

groep 1 – 8 Leefstijl

2.5. – Vak- en vormingsgebieden 2.5.1. Bijbelonderwijs Voor de Bijbellessen maken wij gebruik van de methode Kind op Maandag. Deze methode is zo opgebouwd dat gedurende de basisschooltijd alle Bijbelverhalen aan bod komen. We vertellen op drie dagen uit de Bijbel. De andere dagen is er ruimte voor gesprek, eventueel een verwerking en zingen. 2.5.2. Bewegingsonderwijs In de groepen 1 en 2 krijgen de kinderen gymles in het speellokaal in de school. De gymlessen in de groepen 3 t/m 6 worden gegeven door de vakleerkracht en de eigen leerkracht in het gymnastieklokaal naast de school aan het Holleblok. 2.5.3. Zwemonderwijs De leerlingen van de groepen 3 en 4 hebben wekelijks zwemles in het zwembad 'De Meent'. Ze worden met de bus naar het zwembad en weer terug naar school gebracht. 2.5.4. ICT Onze school beschikt over een modern computernetwerk. Iedere groep maakt hier op vaste tijden gebruik van. Bovendien is er tijd ingeruimd voor leerlingen die een individueel programma volgen op de computer. We hebben de afspraak gemaakt dat internetlessen altijd onder toezicht van de leerkracht gemaakt worden. Daarnaast zijn uit voorzorg bepaalde sites niet toegankelijk. Op dit moment werken wij aan de hand van drie leerlijnen: - Werken met software waarmee leerstof wordt geoefend (rekenen, spelling, lezen) - Werken met een tekstverwerking- en presentatieprogramma. (taallesjes, werkstukken) - Werken met multimediale informatiebronnen: Leerwereld, internet. - We werken aan “media wijsheid” door middel van gesprekjes en in groep 7 via een project over goed omgaan met social-media.

Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

3

PCBS De Parel

3.

De zorg voor de leerlingen

3.1. – Passend Onderwijs Het doel van Passend Onderwijs is dat scholen in de regio gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de zorg voor de leerlingen. Onze scholen zijn aangesloten bij Samenwerkingsverband Unita. Unita is verantwoordelijk voor het realiseren van een dekkend netwerk passend onderwijs in onze regio. Het samenwerkingsverband bestaat uit 32 besturen van 110 scholen. De schoolbesturen binnen Unita maken afspraken over hoe voor elke leerling zo goed mogelijk passend onderwijs kan worden gerealiseerd. Het heeft de voorkeur dat de leerling op de eigen school begeleid wordt. Zo nodig kan de school hiervoor extra ondersteuning aanvragen door middel van het Multi disciplinair overleg (MDO). Dit overleg wordt door leerkracht en intern begeleider in nauw overleg met ouders aangevraagd. De bedoeling is dat betrokkenen in een vroeg stadium met elkaar om de tafel gaan: de interne begeleider (IB-er), leerkracht(en) van het kind, de ouders, een trajectbegeleider (deskundige vanuit het samenwerkingsverband) en misschien nog een hulpverlener uit het onderwijs en/of jeugdhulp. Het gemeenschappelijke doel is dat het hij/zij (weer) met plezier naar school kan gaan en zich zo goed mogelijk ontwikkelt. Met elkaar bespreken we wat daarvoor nodig is en op basis daarvan maken we afspraken. Indien door de school wordt besloten dat het beter is om een leerling te verwijzen naar het speciaal basisonderwijs, dan wordt het kind, na instemming van de ouders, aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze commissie beoordeelt en geeft nader advies. De PCL geeft ook de uiteindelijke SBO-beschikking af. Vanzelfsprekend worden de ouders voortdurend bij dit proces betrokken. 3.2. – Onderwijs op maat Eén van de belangrijkste doelstellingen van het onderwijs aan onze scholen is, dat de ontwikkeling van het kind zich zonder onderbrekingen kan voltrekken. Door middel van een leerlingvolgsysteem volgen wij de ontwikkeling van de individuele leerlingen van groep 1 t/m 8. Het leerlingvolgsysteem bestaat o.a. uit de volgende Cito toetsen: technisch- en begrijpend lezen, rekenen en spelling. Tevens wordt gebruik gemaakt van observatie- en/of vragenlijsten betreffende de sociaal emotionele ontwikkeling. De gegevens uit deze toetsen en observaties worden zonodig aangevuld met externe onderzoeksverslagen. Doel hiervan is tijdig te kunnen reageren op problemen in de ontwikkeling van de individuele leerling. Het streven is er daarbij zoveel mogelijk op gericht de leerling op de eigen basisschool te handhaven. De klassenorganisatie is erop afgestemd dat leerlingen gedurende hun hele of een deel van hun schooltijd op eigen niveau kunnen functioneren. Voor alle basisvaardigheden beschikt de school over materiaal voor kinderen die leer- of gedragsproblemen hebben. De leerlingen uit groep 1 en 2 worden o.a. gevolgd door middel van een observatielijst. Hiernaast hanteren we bovendien een tweetal toetsen: de CITO-

Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

4

PCBS De Parel

toets ‘Taal voor Kleuters’ en CITO-toets ‘Rekenen voor kleuters’. Begeleiding volgt wanneer daar aanleiding toe is door de eigen leerkracht. Voor leerlingen uit groep 2 waarbij we twijfelen aan een goede start in groep 3 hanteren we het protocol overgang groep 2 – 3. Mocht in onze ogen een overgang niet de juiste keuze zijn dan volgt altijd een gesprek met de ouders. Vanaf groep 3 worden de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen enkele malen per jaar getoetst met landelijk genormeerde toetsen. Voor lezen staan de scholen diverse toetsen ter beschikking, zoals de AVI-toets, de CITODMT en de toets technisch lezen (leestempo en leestechniek), voor begrijpend lezen CITO-TBL, voor spelling de CITO-spelling en voor rekenen de CITO-rekenen en wiskunde. We vergelijken de ontwikkeling van uw kind met het landelijk gemiddelde. De resultaten van deze toetsen worden besproken met de Intern Begeleider. Soms vormen het gedrag, de prestaties in de klas of de uitslagen van de toetsen aanleiding om extra maatregelen te nemen. Dat gebeurt vaker dan men doorgaans denkt, als je kinderen in hun ontwikkeling serieus neemt. Ongeveer 1 op de 5 kinderen heeft tijdens de basisschoolperiode kortere of langere tijd extra aandacht nodig. Deze kinderen worden opgenomen in een groepsplan, in de instructie afhankelijke groep, voor extra ondersteuning in het leerproces. Hierin is naast extra uitleg ook altijd extra oefenstof opgenomen die de leerling tijdens de les of thuis kan maken. Meestal vervolgt de leerling na of naast deze extra hulp het normale groepsprogramma. Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft. Soms nemen we dan, na overleg met de ouders, het besluit om een jaar te doubleren. Dit gebeurt vooral als een kind op meerdere punten, ook sociaal emotioneel, achter blijft. Doel van het doubleren is dat het kind meer tijd krijgt om zich verder te ontwikkelen. De school beslist of uw kind overgaat naar een volgend leerjaar en of er eventueel gedoubleerd mag worden. Het overgangsprotocol ligt bij de directie ter inzage. Ook komt het voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Het kind werkt dan via een eigen leerweg naar een eigen eindniveau. De begeleiding van de zorgleerlingen is in eerste instantie een taak van de groepsleerkracht. De hulp wordt ook zoveel mogelijk binnen de groep gegeven. Dit is een extra waarborg voor permanente aandacht en begeleiding. Naast de groepsleerkracht kan in overleg met de Intern Begeleider. Bij ernstige leesproblemen wordt specifieke leeshulp geboden door de Remedial Teacher. Zij/hij oefent gedurende een periode intensief met de leerling en gebruikt hiervoor specifieke materialen en methodieken. Om het hele proces van toetsen, begeleiden, onderhouden van contacten, voeren van gesprekken enz. te coördineren, heeft de school Intern Begeleiders in dienst. Er zijn ook kinderen voor wie het leerstofaanbod te makkelijk of te weinig uitdagend is, de (hoog-)begaafde leerlingen. Ook voor hen zijn er op onze Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

5

PCBS De Parel

scholen speciale voorzieningen. Alle scholen binnen Ichthus werken binnen het project Smart Kids volgens een beleidsplan voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Dit beleidsplan geeft aan welke voorzieningen en aanpassingen er binnen de school beschikbaar zijn. Om deze leerlingen goed in kaart te brengen, gebruiken we het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). Een aantal leerlingen krijgt extra en uitdagender leerstof aangeboden die tegemoet komt aan hun belangstelling en interesse. Voor de vakgebieden rekenen en taal is er de mogelijkheid om te compacten en verrijken. Mochten de voorzieningen binnen de scholen niet toereikend zijn voor deze leerlingen, dan kan er in overleg met ouders en school onderzocht worden of plaatsing in de bovenschoolse plusklas Ichthus voor één middag in de week een zinvolle aanvulling is. De plusklas is er voor de groepen 4 t/m 8 en vindt plaats bij basisschool De Ark, Salland 2. 3.3. - Interne Begeleiding (IB) Binnen onze school kennen we Interne Begeleiding. De school heeft 1 intern begeleider voor de onder- en bovenbouw. Bewust wordt extra formatie voor deze functie uit de reguliere formatie gereserveerd. Vier keer per jaar houdt de i.b.-er met de groepsleerkracht(en) groepsbesprekingen. Besproken worden de vorderingen op leergebied en de sociaal/emotionele ontwikkeling. Als een leerkracht een probleem ervaart met een kind op het gebied van leren of sociaal functioneren, of als uit toetsten blijkt dat een kind uitvalt, wordt er samen met de intern begeleider gezocht naar eventuele oorzaken en wordt er gekeken naar wat het kind nodig heeft om zich beter te kunnen ontwikkelen. De taak van de i.b.-er kunt u zien als collegiale consultatie: direct begeleiden en adviseren. Bij het signaleren, diagnosticeren en het remediëren gaat het er in eerste instantie om alle leerlingen binnen de eigen groep te helpen. De groepsleerkrachten beschikken zelf over een basiskennis van remedial teaching en zijn goed geschoold in het voeren van een goede klassenorganisatie. 3.4. - Zorg Advies Team (ZAT) Soms maakt de leerkracht of u als ouder zich zorgen over de ontwikkeling van uw kind. De leerkracht overlegt dan met u en ook meestal met de interne begeleider over welke hulp gewenst is. Samen met de ouders worden stappen ondernomen om uw kind die hulp of extra aandacht te bieden die het nodig heeft. Soms heeft de school zelf niet de mogelijkheden om de situatie van uw kind echt te verbeteren. Dan kan de school, na overleg met u, het zorgteam inschakelen. Deze deskundigen kunnen met hun specifieke kennis een bredere kijk geven op de ontwikkeling van uw kind en op wat er nodig is aan hulp of ondersteuning. Het zorgteam op school bestaat uit de interne begeleider, de jeugdarts van de GGD, de leerplichtambtenaar en de schoolmaatschappelijk werker. Zij kunnen die hulp soms zelf bieden of zij kunnen u en uw kind begeleiden naar andere hulp. 3.5. – Rapportage van de vorderingen 3.5.1. Rapporten De leerlingen vanaf groep 3 krijgen in de maand november een zogenoemde “voorloper” mee. Hierin staat globaal vermeld hoe uw kind er op dat moment Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

6

PCBS De Parel

voorstaat. Daarnaast zal in februari en aan het eind van het schooljaar een rapport meegaan. We hopen op deze manier een helder beeld te geven van de vorderingen van uw kind. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen twee keer per jaar een rapport mee. 3.5.2. CITO-eindtoets Hoe zien de resultaten van onze school er nu precies uit? We geven hieronder een overzicht van de afgelopen 5 jaar. De CITO-score wordt aangegeven d.m.v. een getal variërend van 515 tot 550. Hoe lager het getal hoe beter een leerling past binnen het VMBO. Hoe hoger het getal, hoe beter een leerling past binnen HAVO/VWO. Het landelijk gemiddelde wisselt per jaar, maar ligt meestal rond de 534 2009

2010

2011

2012

2013

535,6

539,6

537,9

534,3

533

3.6. – Van groep 8 naar het voortgezet onderwijs Waar zijn onze leerlingen de laatste jaren zoal naar toe gegaan? U ziet het in onderstaand overzicht.

2009 2010 2011 2012 2013

Vmbo lwoo 7,7% -12% 16,7% --

Vmbo basis/kader 7,7% 8,3% 12% 20,8% 29,2%

Mavo (vmbo theoretisch) 30,7% 16,6% 16% 25% 8,3%

Havo

Vwo

23,1% 16,7% 24% 8,4% 41,7%

30,8% 58,3% 36% 29,1% 20,8%

3.6.1. - Van groep 8 naar het voortgezet onderwijs – het advies Aan het eind van groep 7 krijgen ouders en kinderen een voorlopig schooladvies. Dit advies geeft een indicatie voor doorstroom naar het voortgezet onderwijs. In januari in groep 8 volgt dan het definitieve advies voor de richting binnen het voortgezet onderwijs die geschikt is voor uw kind. Het schooladvies wordt gevormd door de rapporten van uw kind, de toetsuitslagen en het dagelijks werk in de klas. U van uw kant weet natuurlijk ook hoe uw kind leert en presteert en hoe het omgaat met huiswerk. Op de avonden met adviesgesprekken komen we (het liefst samen met u) tot een schooladvies. Als een leerling in groep 8 zit, moet dus een vervolgschool gekozen gaan worden. Als ouder bepaalt u natuurlijk zelf naar welke school uw kind gaat. Veel VO-scholen geven via de basisschool of rechtstreeks informatie in de vorm van schoolgidsen en door open dagen. Alle informatie die wij binnenkrijgen geven wij via uw kind aan u door. Wij geven geen advies over de scholen zelf. Informatie over de inschrijfprocedure en de sluitingsdata ontvangt u via de scholen. De basisschool vult een onderwijskundig rapport in en stuurt deze samen met de CITO-score door naar de VO-scholen. Vanaf dat moment Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

7

PCBS De Parel

onderhouden de scholen zelf de verdere contacten met u. Zij zullen u informeren over de toelating, de plaatsing en de kennismakingsmiddag. 3.7. – Onderwijskundig rapport Als een leerling onze school verlaat, wordt aan de nieuwe school altijd een onderwijskundig rapport verstrekt. Dit rapport geeft een beschrijving van de ontwikkeling, prestaties en bijzonderheden van het kind. Een onderwijskundig rapport wordt opgesteld voor het voortgezet onderwijs, maar ook voor een andere basisschool (b.v. bij verhuizing) en (bij verwijzing) de school voor speciaal basisonderwijs.

Schoolgids 2013-2014 Hoofdstuk 2

8

PCBS De Parel