Antwoorden vwo hfd 1 - hrro.info

5 downloads 76 Views 366KB Size Report

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

Antwoorden Ten Oorlog! VWO-6 Hoofdstuk 1 – De Napoleontische oorlogen 1a In het ancièn regime had de vorst de macht (soms was die macht zelfs ‘absoluut’, hij hoefde voor zijn besluiten aan niemand om toestemming te vragen) en hadden adel en geestelijkheid allerlei voorrechten. Wie zich tegen deze dingen verzette, kon worden opgesloten. (Je kunt dit terugzoeken in het kader ‘1 Verlicht absolutisme’ op bladzijde 10 van je katern [de afbeelding van kader 1 en 2 zijn per ongeluk omgewisseld!]) In de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger is niet de vorst de baas (soeverein: niemand boven je hebben), maar het volk, de burgers samen dus (artikel 3). De wetten worden niet gemaakt door de vorst of zijn ministers, maar door vertegenwoordigers van de burgers (artikel 6). In de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger hebben alle mensen gelijke rechten, er zijn dus geen voorrechten voor adel en geestelijkheid (artikel 1). Burgers hebben ook het recht om openlijk voor hun mening uit te komen, dus ook kritiek uit te oefenen op de regering (artikel 11). In het ancièn regime kon je daar zwaar voor gestraft worden. b Met artikel 3. Dat stelt dat voor iedere vorm van gezag instemming van het volk nodig is. Dat gaat niet samen met het absolutisme, ook niet het verlicht absolutisme. c Artikel 11. Hoewel kritiek de positie van de verlichte vorst zou kunnen ondermijnen, vormde de vrijheid van meningsuiting geen directe bedreiging voor zo’n vorst. Verlichte vorsten stimuleerden juist het debat over filosofische kwesties. d De verklaring was aangenomen door de Nationale Vergadering (opgericht door de burgers die in de StatenGeneraal de Derde Stand vormden; later sloten zich daar edelen en geestelijken bij aan) die zichzelf tot parlement had uitgeroepen. Lodewijk XVI kon zonder instemming van dit parlement niet regeren, omdat het goed 2a ‘Ik heb de afgrond van de anarchie dichtgegooid, ik heb orde in de chaos gebracht.’ Napoleon bevrijdde Frankrijk inderdaad van de chaos: na tien jaar revolutie woedden er opstanden, maakten bandieten het platteland onveilig en heerste er armoede in de steden. Napoleon sloeg de opstanden neer, zorgde voor veiligheid, nodigde de emigrés uit terug te keren en verzoende zich met de kerk. ‘Ik heb de revolutie gezuiverd.’ Napoleon zorgde ervoor dat alle burgers gelijke rechten hadden. In die zin behield hij de kern van waar de revolutie om draaide. ‘(Ik heb) de koningen hun plaats op de troon verzekerd’. Napoleon liet vorsten van verschillende landen hun troon behouden, in andere landen zette hij een familielid op de troon (zoals in Spanje of de Nederlanden). ‘(…) ik heb de grenzen van de roem uitgebreid.’ Napoleon veroverde bijna heel Europa; zijn legers hadden tot 1812 de uitstraling van onoverwinnelijkheid. ‘(…) ik wilde dat talent en bekwaamheid tot vrije ontwikkeling konden worden gebracht.’ Napoleon zorgde ervoor dat soldaten en officieren met talent in het leger konden opklimmen tot hogere posities; hijzelf was daar een voorbeeld van. (Nota bene: hier zette hij voort wat door de revolutie in gang was gezet.) b Argument voor: Toen Napoleon zijn staatsgreep pleegde, dreigde een coalitie van Europese mogendheden Frankrijk binnen te vallen. Hij bestreed dat gevaar door zelf in de aanval te gaan. Argument tegen: Na zijn machtsovername sloot Napoleon vrede met Oostenrijk en Engeland (terwijl Rusland zich zelf uit de coalitie terugtrok). Daarmee was de veiligheid van Frankrijk voldoende verzekerd; had hij het daarbij gelaten, dan klopt zijn uitspraak dat de oorlog hem werd opgedrongen. Maar Napoleon wilde een groot Europees rijk onder Franse leiding stichten en begon vanaf 1803 met nieuwe oorlogen. Die werden hem niet opgedrongen, hij begon ze zelf. c Het achterhalen van ‘de waarheid’ met een van beide bronnen is niet mogelijk. Het is juist de combinatie van beide bronnen die duidelijk maakt hoe Napoleon zijn eigen optreden zag en hoe dit door zijn tegenstanders gezien werd; met die combinatie van ‘perspectieven’ kun je wel een genuanceerd beeld schetsen van de daden van Napoleon. (Met bron 2 meer dan met bron 3, want in de spotprent komt alleen de visie van zijn tegenstanders aan bod.) 3a De Engelsen en Russen wilden een einde maken aan de in hun ogen gevaarlijke verspreiding van revolutionaire ideeën vanuit Frankrijk – bijvoorbeeld Nederland was door het revolutionaire ‘virus’ besmet geraakt, daar was in 1795 de stadhouder verjaagd en een republiek van vrije burgers gesticht. Voor de Engelsen was zo’n republiek, vlak voor de eigen kust, een bedreiging. b Revolutiegezinde (patriotse) burgers wilden de Engelsen en Russen het land uitjagen. Zij waren voorstanders van de hervormingen door de Bataafse republiek waren doorgevoerd. Aanhangers van de stadhouder en antirevolutionairen (een deel van het ‘gewone volk’, dat oranjegezind was, en een groot deel van de adel en regenten, die door de Bataafse revolutie hun bevoorrechte positie waren kwijtgeraakt) zullen de komst van de Engelsen en Russen verwelkomd hebben.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

c De Fransen gebruikten hun veroveringen om de ideeën (of ideologie: samenhangend stelsel van opvattingen) van de revolutie – kernachtig samen te vatten als ‘vrijheid, gelijkheid, broederschap’ te verspreiden. Regeringen die deze ideeën niet in wetgeving wilden omzetten, verjaagden zij, en ze hielpen burgers aan de macht die zulke hervormingen wel wilden doorvoeren, zoals die in de Bataafse republiek. 4 1815. De Noordelijke en zuidelijke Nederlanden zijn samengevoegd tot één gebied; Frankrijk is weer tot de omvang van 1792 teruggebracht; de Duitse gebieden zijn samengevoegd tot een Duitse Bond. Deze herindeling was tot stand gebracht door het Congres van Wenen. 5a Spanje raakte verdeeld in twee onverzoenlijke partijen: aan de ene kant de Fransgezinden, die Spanje ingrijpend wilden hervormen tot een liberale samenleving met vrijheid voor het individu, aan de andere kant de adel en geestelijkheid, gesteund door een groot deel van het ‘gewone volk’, die niets van deze revolutionaire ideeën moesten hebben. b Napoleon stond zo’n beetje tussen beide partijen in. Enerzijds bracht hij hervormingen (zoals het afschaffen van allerlei voorrechten voor adel en geestelijkheid) en drong hij de rol van de katholieke kerk in de politiek terug; anderzijds was ook Napoleon geen voorstander van ingrijpende sociale hervormingen. c Argument vóór: Ook in andere landen was verdeeldheid tussen Spanje een groep ‘moderne’ burgers die de hervormingen van de Fransen toejuichten en een groep die daartegen was. Argument tegen: in Spanje was de greep van de katholieke kerk op het denken en doen van de mensen veel groter dan in andere door Napoleon bezette gebieden. Met name vanuit katholieke hoek zou fel verzet komen tegen de Franse overheersing. 6a Drie elementen die duidelijk maken dat de tekenaar vóór de Franse revolutie was: (1) de derde stand bevrijd zich van zijn ketenen en grijpt naar de wapens (voorgrond, rechts); de burgers pikken de uitbuiting en onderdrukking door het ancien regime niet langer. (2) adel en geestelijkheid (links) reageren geschrokken nu de derde stand in verzet komt. (3) De Bastille (achtergrond, rechts), symbool van het ancien regime, wordt afgebroken; op de muren staan mensen met houwelen, links is een deel van de muur al weggebroken. (4) Een vierde element wordt gevormd door de gewapende burgers (achtergrond, links) die op omhooggestoken lansen een vrijheidsmuts omhoog steken. b Tussen 1792 en 1815 werd een ideologische strijd gevoerd waar grote aantallen mensen bij betrokken waren. Het ging in de Franse revolutie immers om vrijheid en gelijkheid voor alle mensen. Om het denken van die mensen te beïnvloeden, bedreven zowel voor- als tegenstanders van de revolutie op grote schaal propaganda. Een twee oorzaak van de grote hoeveelheid propaganda was de reeks oorlogen waar Europa in verwikkeld was (de coalitieoorlogen, 1792-1815). In oorlogstijd wordt meer propaganda bedreven dan in vredestijd, omdat de bevolking moet worden ‘gemobiliseerd’ om offers te brengen voor de strijd van het eigen land. c Je eigen antwoorden. Bij propagandatekeningen kun je in elk geval als feit vaststellen dat er mensen waren die – zoals de tekenaar – partij kozen (in dit geval voor de derde stand); dat ze de revolutie als een strijd zagen tussen de derde stand en de eerste en twee stand; dat de bestorming en vernieling van de Bastille als belangrijk, symbolisch wapenfeit werd gezien. 7a De regering moet een burgerleger vormen dat bereid is om voor de eer te vechten. Om dat te bereiken moet de oorlog worden aangemoedigd als een goede, heldhaftige zaak. b Door de Franse revolutie verloor de adel zijn vanzelfsprekende leidinggevende posities in het leger. Ook gewone burgers konden er voortaan carrière maken. Bovendien werd de dienstplicht ingevoerd, omdat het verdedigen van het land (en darmee het verdedigen van de idealen van de revolutie) als een burgerplicht werd gezien. Na 1792 waren er dan ook veel Fransen doe trots waren in het Franse leger te vechten en zo de goede zaak te dienen. c De legers die van het land leefden hoefden geen rekening te houden met lange bevoorradingslijnen. Ze konden veel zelfstandiger opereren. Dat maakte de mogelijkheden van de legerleiding om een leger snel te verplaatsen en verrassingsaanvallen te plegen, aanzienlijk groter. d Argument vóór: De lange reeks overwinningen van het Franse leger laat zien dat de betrokkenheid van de soldaten de belangrijkste ‘succesfactor’ was. Dat was immers het enige wezenlijk verschil tussen de Franse legers en de coalitielegers. (Behalve, in het begin, de Franse tactiek. Maar die tactiek kon snel door tegenstanders worden overgenomen. Voor het enthousiasme van de soldaten geldt dat niet.) Pas toen het Napoleontische leger overwegend uit niet-Franse soldaten bestond – soldaten die niet meevochten uit enthousiasme maar omdat Napoleon van alle door hem bezette gebieden een bijdrage aan zijn leger vorderde – leed het zijn eerste nederlagen. Argument tegen: Vanaf 1812 was het gedaan met de onoverwinnelijkheid van de legers van Napoleon. Misschien dat het ‘recept’ van enthousiasme een kortstondig effect heeft, op termijn leggen andere factoren –

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

bewapening, tactiek, de omvang van een leger, de economische kracht van het land dat het leger moet bekostigen - meer gewicht in de schaal. 8a Napoleon stelt: ‘Het doet ons pijn om…’ en rekent de handelsblokkade tot ‘beginselen die typerend waren voor het barbarisme uit de vroegste tijden der naties’. Wij zijn ertoe gedwongen, vervolgt hij, want de Engelsen doen hetzelfde en we kunnen dat alleen op dezelfde manier bestrijden. b Napoleon maakte er geen vrienden mee, want in heel Europa werd de handel zwaar getroffen en leden dus tienduizenden handelaren, en in hun kielzog de boeren en ambachtslieden wier producten zij verhandelden, zware verliezen. Het Continentaal Stelsel richtte dus op twee manieren schade aan: de economie werd getroffen, en (daardoor) ook de sympathie voor de Franse, revolutionaire zaak. c Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Napoleon zou zijn aandacht kunnen verleggen van een sterk landleger naar een sterke vloot om Groot-Brittannië in zijn koloniën te kunnen treffen. Of: Napoleon zou kunnen proberen, door propaganda en door het sturen van ‘ophitsers’, de Britse lagere klassen op te zetten tegen de gevestigde burgerij om het land in chaos te brengen of de regering ten val te brengen; hij zou kunnen inzetten op solidariteit tussen het ‘gewone’ Franse volk en het ‘gewone’ Britse volk.

Hoofdstuk 2 – De Krimoorlog 1a De Balkan was onderdeel van het Ottomaanse rijk. Dat slaagde er in de 19 e eeuw steeds minder in dit gebied onder controle te houden. Oostenrijk en Rusland stonden klaar om deze gebieden in te pikken. Rusland zag het bovendien als kans om toegang tot de Middellandse Zee te verwerven. b Ja, door het Ottomaanse rijk te verslaan konden zij een vrije doorvaart door de Bosporus (de zee-engte tussen wat nu Griekenland en Turkije zijn) bedingen – zij zouden dat de Turken als vredesvoorwaarde kunnen opleggen. De Russische vloot opereerde al vanaf het Krim schiereiland in de Zwarte Zee. c Ja, zij wisten te voorkomen dat Turkije haar greep op de Levant of op de Balkan kwijtraakte. Dat wilden ze niet, omdat ze daar zelf grote handelsbelangen hadden. Ze wisten ook te voorkomen dat Rusland vanuit de Zwarte Zee toegang kreeg tot de Middellandse Zee en zo een bedreiging kon vormen voor handelsbelangen én hun plannen kon dwarsbomen om de zeeroute naar hun Aziatische koloniën te bekorten met een kanaal (het Suezkanaal) tussen de Middellandse Zee en (via de Rode Zee) de Indische Oceaan. 2a De Britten wilden niet dat Rusland toegang kreeg tot de Middellandse Zee. Turkije moest Constantinopel behouden, want wie die stad in handen had, kon de doorgang van de Zwarte naar de Middellandse Zee beheersen. Groot-Brittannië zag het grote Rusland als bedreiging van zijn eigen wereldimperium. b Dat het optreden van Napoleon III een ‘imitatie’ was (maar dan een nogal lachwekkende; vandaar de ezel waar hij op zit) van de veroveringen van Napoleon Bonaparte in de periode 1799-1812. c Nee, de spotprent gaat over de militaire ambities van Napoleon III, niet over zijn eigen deelname in militaire operaties. d De dadendrang van Napoleon III, waarmee hier de spot gedreven wordt, was er mede schuld aan dat het conflict op de Balkan uitmondde in de Krimoorlog. Het succesvolle optreden van Frankrijk in de Krimoorlog smaakte naar meer: Napoleon III was op zoek naar aansprekende militaire successen en zocht deze desnoods in Amerika. 3a Bron 4 gaat over de verbroedering tussen de soldaten van de verschillende legers. Zij hebben veel respect voor elkaar en – althans de Russische officieren – zeggen dat de mensen die ruzie maken dat volgende keer maar zelf moeten uitvechten, met andere woorden: dat de Franse keizer, Russische keizer en Britse koningin dan zelf maar de kolen uit het vuur moeten halen. Bron 4 benadrukt juist de hartstocht waarmee het Britse leger voor zijn koningin en vaderland heeft gevochten. b Het lijkt logisch dat soldaten van de strijdende partijen tijdens een feestmaal, opgewarmd door drank, elkaar het beste toewensen en afstand nemen van de mensen die hen tegen elkaar hebben laten vechten, terwijl diezelfde soldaten bij een nationale herdenking, waar met muziek en vlagvertoon op het nationale gevoel word ingespeeld, een ander sentiment de overhand heeft: trouw aan het vaderland. In verschillende contexten kunnen mensen verschillende, schijnbaar tegenstrijdige perspectieven innemen. c Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: onder invloed van nationalisme en militarisme kunnen mensen een dood op het slagveld, in naam van het vaderland, zien als de hoogste eer die te behalen is. Door zo’n heldendaad leefde hun naam voort in de geschiedenis, en hun roem ging over op hun nageslacht. d Je eigen antwoord. Argument voor: Klopt, het zijn de politici en legerleiders die het besluit nemen een oorlog te beginnen, niet het gewone volk of de gewone soldaat. Argument tegen: Klopt niet, zonder steun van de bevolking en het leger kunnen politici nooit een oorlog ontketenen (althans, deze zou nooit lang duren of een grote omvang aannemen).

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

4a In zijn herinneringen is Gowing uiterst kritisch over de manier waarop het Britse leger voor zijn gewonden zorgt. In de brief aan zijn ouders zegt hij daar niets over, hij prijst juist de zorg die hij ontvangt. Verklaring: Gowing wil zijn ouders niet nodeloos ongerust maken. Bovendien bestond de kans dat de inhoud van zijn brief bekend werd, en dat zou zijn loopbaan als officier kunnen schaden. In zijn herinneringen – na zijn militaire loopbaan – hoeft Gowing met deze dingen geen rekening te houden, hij kan in zekere zin ‘vrijuit’ spreken. b Nee, niet onbruikbaar. De brieven maken immers duidelijk welk beeld soldaten hun familie gaven van het soldatenbestaan. Ze maken dus ook iets duidelijk over de beelden die aan het thuisfront bestonden over de Krimoorlog. De brieven zijn dus minder bruikbaar als bron over de realiteit van de oorlog, maar zeer bruikbaar als bron over beeldvorming (vooral aan het thuisfront) over de oorlog. c Gowing wijst erop dat hij verzorgd wordt door ‘zo’n aardige jongedame’. Kennelijk was dat iets bijzonders; als een meerderheid van de verplegers vrouw was, zal iemand dat in een brief over zijn verblijf in het ziekenhuis niet als bijzonderheid opmerken. Ook de opmerking over verliefde soldaten en ‘gewaarschuwd is degene die een haar van deze lieve schepselen krenken’ zijn een aanwijzing dat vrouwelijke verpleegsters iets nieuws zijn. d Oorzaak. Tot de oorlog werden burgervrouwen geacht thuis te zitten. Door het optreden van verpleegsters als Florence Nightingale veranderde dat en gingen meer vrouwen uit de burgerij in de medische zorg en in het onderwijs werken – wat op zichzelf weer een stimulans vormde voor de vrouwenemancipatie. 5a Officieren uit de welgestelde klasse zijn bepaald geen getrainde, geharde soldaten; ze worden zo uit hun luxe leventje gerukt en kunnen zich waarschijnlijk geen voorstelling maken van de ontberingen die hen te wachten staan. b Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Waarschijnlijk overdrijft de tekenaar om zijn punt extra kracht bij te zetten, maar dat sluit niet uit dat in zijn spotprent een kern van waarheid zit – sterker nog, als zijn beeld niet iets herkenbaars zou bevatten voor de lezers van Punch, zou zo’n spotprent niet werken. c Ja, bron 8 en 9 bevestigen zijn kritiek. Bron 8 betoogt dat officieren verwende, wereldvreemde ‘papventjes’ zijn, bron 9 laat zien dat de Britse soldaten zowel voor hun munitie als voor hun voedsel min of meer aan hun lot werden overgelaten. Je mag verwachten dat de legerleiding, die invloed heeft op de organisatie van een en ander, voor dit soort zaken zorg draagt. Kennelijk gebeurde dat niet, of onvoldoende. 6a Na de val van Sebastopol. b Met de val van Sebastopol heeft Rusland de oorlog om de Krim verloren. De tsaar (keizer) van Rusland zal door de Russen worden afgerekend op die nederlaag en – zo suggereert de tekenaar – moeten aftreden. Hij zal dan een gewoon burger zijn. c De Krimoorlog had in Rusland grote economische problemen veroorzaakt; mede daardoor was grote sociale onrust ontstaan. Tsaar Alexander II besloot het land te moderniseren: hij leende geld om de industrialisatie op gang te brengen en schafte de lijfeigenschap af. d Een indirecte oorzaak. De oorlog zelf speelde zich af in één hoekje van het grote Russische rijk; de (verloren) oorlog zelf was het probleem niet, Rusland was met de nederlaag op de Krim ook niet definitief verslagen. De oorlog veroorzaakte wel economische problemen, en daaruit kwam sociale onrust voort. Dat waren wel directe oorzaken voor de hervormingen van Alexander II. 7a Het was onmogelijk de hectiek van een oorlog in een prent te vangen. Een prent was ook minder realistisch – een tekenaar kon het tafereel dat hij gadesloeg niet stilzetten om het precies na te tekenen, zijn prent was een reconstructie waar nogal wat interpretatie (en daarmee al snel manipulatie) aan te pas kwam. b Foto’s gaven een levensecht, authentiek beeld van de situatie ter plaatse (al is ook met een foto de hectiek van de oorlog moeilijk te vatten). Uitgezonderd montages in de foto zelf, gaven de foto’s een waarheidsgetrouw beeld. Bij het publiek was daar grote vraag naar, het gaf het gevoel gebeurtenissen ‘echt’ te kunnen volgen. c Daarvoor zijn twee redenen: - In 1855 konden nog geen actiefoto’s gemaakt worden, daarvoor wad de belichtingstijd te lang. Voor foto’s werd dus bijna altijd geposeerd, en dat voegde relatief weinig toe aan de getekende prent. - Fotografen mochten geen oorlogsgruwelen tonen; dat was hen verboden door de Britse regering en de legerleiding ter plaatse. Ook hierdoor gaven de foto’s van de Krimoorlog geen wezenlijk ander beeld dan door prententekenaars was gegeven. d Je eigen antwoord. (Je kunt deze vraag met ja en nee beantwoorden: dat is allebei met argumenten te onderbouwen.) Ja, want Engeland en Frankrijk voerden deze oorlog om hun handelsroutes en handelsbelangen – met name de handel tussen het moederland en zijn kolonies – veilig te stellen. Al was het doel geen gebiedsuitbreiding, het motief was wel degelijk imperialistisch.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

Nee, want Engeland en Frankrijk wilden met door hun steun aan Turkije juist de bestaande verhoudingen verdedigen, het ging ze niet om uitbreiding van het eigen grondgebied of veroveren van nieuwe kolonies.

Hoofdstuk 3 – De Frans-Duitse oorlog 1a In Frankrijk was grote bezorgdheid om de machtsuitbreiding van Pruisen. Als Frankrijk het Roergebied, met zijn zware industrie, zo innemen, zou het Pruisische gevaar bezworen zijn. Daardoor was er veel steun voor een oorlog tegen het ‘brutale’ Pruisen; door de oorlog leefde het patriottisme enorm op. b Een onterecht commentaar, alleen gebaseerd op kennis achteraf. Voorafgaand aan de oorlog had de Franse bevolking weinig reden om aan de kracht van het eigen leger te twijfelen. De laatste twee oorlogen, de Krimoorlog en de oorlog tegen Oostenrijk (samen met SardiniëPiedmont) waren voor de Fransen prima verlopen. Het Franse leger kon ook bogen op een ‘glorieus’ verleden (hoofdstuk 1). Dat het Franse leger slecht was voorbereid op een grote logistieke operatie als de Frans-Duitse oorlog, kon de bevolking niet weten – het leger zelf realiseerde zich niet eens hoe slecht het er voor stond. 2a Door de oorlog tegen Denemarken in 1864; deze leverde de noordelijke gebieden Sleeswijk en Holstein op. Door de oorlog tegen Oostenrijk in 1866; deze maakte de stichting van de Noord-Duitse Bond mogelijk. Door de oorlog tegen Frankrijk in 1870-1871; deze zorgde voor de vereniging van de Noord-Duitse Bond met de nog zelfstandige staten in het zuiden van het Duitse rijk. b De Noord-Duitse Bond kwam voort uit de oorlog tegen Oostenrijk. Het Duitse keizerrijk kwam voort uit de oorlog tegen Frankrijk. c De kaart geeft de situatie van na de Vrede van Frankfurt weer: na de overwinning op Frankrijk behield Duitsland de bezette gebieden Elzas en Lotharingen. d Argument voor: Frankrijk en Oostenrijk, de buurstaten van Duitsland-in-wording, hadden nooit uit vrije wil toegestaan dat aan hun grens een industriële en militaire grootmacht werd gevormd; ze zouden Pruisen zeker de oorlog hebben verklaard. Argument tegen: Dat kan Bismarck wel zeggen, maar hij heeft de vereniging van Duitse staten onder Pruisische leiding nooit op een vreedzame manier geprobeerd te bereiken – hij kan dus niet weten of oorlog de enige mogelijkheid was. Dat met de buurstaten best te onderhandelen was, blijkt uit de ‘constructieve’ opstelling van Frankrijk tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog en de Oostenrijkse afzijdigheid tijden de Frans-Duitse oorlog. 3 De prent gaat over de stichting van het Duitse keizerrijk onder leiding van de Pruisische koning Wilhelm I, die daarmee tot keizer benoemd zou worden. Wilhelm is dus man die de keizerskroon past. De man die de Duitse vereniging tot stand had gebracht door een reeks oorlogen te voeren, was de Pruisische kanselier Bismarck; dat is de man die op de achtergrond de nieuwe kaart van Duitsland tekent. 4a Als socialist was Engels op zoek naar ‘voortekenen’ van een revolutie: het omverwerpen van de bestaande sociale en politieke orde door de arbeidersklasse. b Een andere verklaring is dat de Franse bevolking niet bereid was om (tot het uiterste) voor de ‘nationale’ zaak te vechten, maar zich wel met hand en tand verzette wanneer het Duitse leger in hun eigen departement doordrong of Franse burgers in problemen bracht met harde maatregelen. c Nee, niet kenmerkend. In de aanloop naar de Frans-Duitse oorlog had stafchef van Moltke zich juist zeer grondig op de oorlog voorbereid; hij liet bijvoorbeeld speciale spoorlijnen aanleggen naar militair belangrijke grensgebieden. Goede voorbereiding op een oorlog is niet in tegenspraak met wat Von Moltke in bron 7 zegt, maar geeft er wel een ander perspectief op. d Ja, dat verband kan er wel zijn. De eerste maanden van de oorlog met Frankrijk verliepen geheel volgens (Duitse) planning. Toen de Duitse legers voor Parijs stonden en op heftig verzet van de bevolking stuitten, bleek de Duitse strategie niet langer succesvol; om dat deel van de oorlog te voeren, kwam het inderdaad aan op improvisatievermogen van de officieren ter plekke, zoals Von Moltke in zijn boek uit 1909 schrift. 5a Het Rode Kruis was soms getuige van wreedheden van een van beide partijen. Het was moeilijk om de verontwaardiging daarover geen enkele rol te laten spelen in het doen en laten van de artsen en verplegers. b De vlag van Zwitserland (een wit kruis in een rood vlak). Zwitserland was een klein land dat geen rol speelde in de Europese machtspolitiek; het was bij oorlogen en conflicten altijd neutraal geweest. Door Zwitserse inmenging voelde niemand zich bedreigd. c Volgens pacifisten speelde het Rode Kruis de oorlogvoerende partijen alleen maar in de kaart: neutrale artsen zorgden voor de gewonden, zodat de legers zelf op volle kracht konden blijven doorvechten. Het ging de pacifisten ook te ver dat het Rode Kruis het oorlogsrecht erkende; daarmee gaf je – vonden zij – te kennen dat je oorlog een toegestaan middel vond om conflicten te beslechten.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

d De partij aan de winnende hand. Die kon de gewonde en krijgsgevangen soldaten van de vijand niet langer aan zijn lot overlaten of – uit zuiver militair oogpunt nog efficiënter – liquideren, maar moest toestaan dat het Rode Kruis deze gewonden en gevangenen bezocht en bijdragen aan een menswaardige behandeling. 6a Met die nieuwe maatschappij doelde Marx op de socialistische maatschappij die zou ontstaan na de door het proletariaat ontketende revolutie – een maatschappij zonder klassen of standen. b De Commune van Parijs keerde zich tegen de Franse regering; de arme klassen in het belegerde Parijs legden zich niet bij de besluiten van de regering neer en kwamen in opstand, waarbij ze zich bovendien tot het uiterste verzetten. Hoewel deze opstand nog was neergeslagen, was het volgens Marx duidelijk dat de bourgeois maatschappij op zijn laatste benen liep. c Volgens Marx was de oorlog eigenlijk een poging van de regeringen van Frankrijk en Pruisen om de klassenstrijd in eigen land te winnen: het Franse en Pruisische proletariaat zou als kanonnenvoer dienen en elkaar vernietigen. d In andere oorlogen in de 19e eeuw was een burgeroorlog zoals die in Frankrijk in 1871 oplaaide, eerder uitzondering dan regel. Over het algemeen stond de bevolking vierkant achter het eigen leger. De revolutie die Marx voorspelde, bleef uit; in plaats daarvan probeerde de arbeidersklasse met vreedzame middelen (vakbonden, politieke partijen) haar lot te verbeteren. 7a De (mislukte) poging van de regering om haar geheime troepen bezit te laten nemen van de 700 kanonnen waarmee de Nationale Garde in Parijs zich tegen de Duitse belegering bleef verzetten. b – Sociale onvrede: de arbeiders en de lagere burgerij wilden hervormingen, gebaseerd op maatschappelijke gelijkheid, en wisten dat de regering die hervormingen nooit uit zichzelf zou doorvoeren. - onvrede over de ‘snelle’ overgave in de Frans-Duitse oorlog. In het Franse leger hadden honderdduizenden soldaten gevochten die door de snelle capitulatie het gevoel kregen voor niets te hebben gevochten; ze voelden zich in zekere zin verraden door de regering, die eerst had opgeroepen tot strijd en vervolgens – terwijl het zichzelf in veiligheid had gebracht door naar Bordeaux uit te wijken – de handdoek in de ring had geworpen. (Bedenk dat de overgave voor veel Franse soldaten kon betekenen dat zij hun wapens moesten neerleggen en aan de willekeur van het Duitse leger waren overgeleverd; ze konden bijvoorbeeld tot krijgsgevangenen worden gemaakt.) c Ze maakten zich zorgen om twee redenen: de Commune zich wel eens kunnen uitbreiden tot een nationale opstand en daarmee een sociale revolutie (waarbij de burgerij zijn dominante positie zou kwijtraken), en de Commune gaf de Duitsers een excuus om grote schade te blijven aanrichten – de regering kon de handtekening die zij onder de wapenstilstand had gezet immers niet waarmaken, want de Parijse bevolking bleef doorvechten. d Bismarck was bang dat het verzet van de Parijse bevolking de strijdlust van andere Fransen zou aanwakkeren. Dat zou het Duitse leger op Franse bodem in grote verlegenheid brengen. Bismarck was ook beducht voor inmenging van andere landen; hoe langer de oorlog duurde, hoe groter hij het risico achtte dat een andere mogendheid zich ermee zou gaan bemoeien of de gelegenheid zou aangrijpen om oude rekeningen te vereffenen (denk aan Denemarken, Oostenrijk, Rusland). 8a Redelijk betrouwbaar: het beeld dat de prent schetst wijkt niet wezenlijk af van het beeld dat in bron 13 wordt opgeroepen. Bron 13 lijkt, door de schijnbare onpartijdigheid van de maker – een correspondent van een Engelse krant; Engeland had in deze oorlog geen enkele bemoeienis – vrij betrouwbaar. b Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Over het algemeen is dat wel waar: met meer bronnen krijg je een completer en/of genuanceerder beeld van de gebeurtenissen; meer bronnen geven op zijn minst meer houvast. Een kanttekening hierbij: als de bronnen overwegend uit hetzelfde ‘kamp’ afkomstig zijn (bijvoorbeeld: alleen socialisten, of alleen Fransen, enzovoort) voegt een grotere hoeveelheid bronnen niet per se iets toe, het is dan meer van hetzelfde. Een betere stelling is dus: Hoe meer bronnen je hebt die de verschillende perspectieven dekken, hoe beter je weet wat er vroeger is gebeurd.

Hoofdstuk 4 – De Eerste Wereldoorlog: ontstaan en verloop 1a Nationalisme was een belangrijke indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog: de oorlog was een gelegenheid om te bewijzen dat het eigen volk beter en sterker was dan de andere volken. b De treinreiziger in bron 1 is zo overtuigt van de superioriteit van het Duitse volk, dat hij de scheve verhoudingen in aantallen soldaten tussen de Centralen en Geallieerden wegwuift als onbelangrijk. Veel mensen dachten dat de oorlog beslist zou worden door de moed en vastberadenheid van de eigen soldaten, en die was, dachten zij, zoveel groter dan die van de anderen, dat een oorlog nooit lang kon duren. c Het was lang geleden dat op Europese bodem een oorlog was uitgevochten; sinds de Frans-Duitse oorlog uit 1871 was dat niet mee gebeurd. De gewone bevolking had weinig zicht op de militaire ontwikkelingen die zich

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

sindsdien hadden voorgedaan, en bovendien: de ‘vorige’ oorlog had ook nauwelijks een jaar geduurd, dus waarom zou een volgende oorlog langer duren? De militaire ontwikkelingen – veel sterkere artillerie, mitrailleurs, mijnen – waren meer in het voordeel van de verdedigende partij dan in die van de aanvallende partij; het forceren van een beslissing met een of meer grote veldslagen behoorde, zo bleek, tot het verleden. 2a Uit het overzicht blijkt dat de bondgenoten van landen die als eerste de oorlog aan een ander land verklaren, snel volgden om datzelfde land ook de oorlog te verklaren – ook als die landen niet rechtstreeks met elkaar in gevecht waren of dreigden te raken. Bijvoorbeeld: twee dagen nadat Japan de oorlog heeft verklaard aan Duitsland, verklaart de bondgenoot van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, de oorlog aan Japan – terwijl Oostenrijk-Hongarije op geen enkele manier zelf bedreigd werd door het Japanse leger (het had ook geen koloniën die het gevaar liepen door de Japanners te worden ingenomen). b Voor deze stelling is iets te zeggen, want Japan was het eerste niet-Europese land dat in de Eerste Wereldoorlog betrokken raakte en het conflict daarmee tot een oorlog op wereldschaal ‘optilde’. Tegen de stelling is in te brengen dat met de deelname van Rusland, Frankrijk, Engeland en Duitsland niet alleen een groot deel van Europa en Azië (Rusland strekt zich immers uit tot het Verre Oosten) in oorlog was, maar ook de koloniën van deze landen. Daarmee was de oorlog al in de eerste week van augustus 1914 een wereldoorlog. c De Verenigde Staten wilde aanvankelijk buien de oorlog blijven. Door de Duitse beslissing een onbeperkte duikbotenoorlog te ontketenen (februari 1917), waarbij ook Amerikaanse schepen tot zinken werden gebracht, voelde de Amerikaanse regering zich gedwongen partij te kiezen; de andere staten op het Amerikaanse continent sloten zich daarbij aan (ook zij werden door de onbeperkte duikbotenoorlog getroffen) . d Nederland was in de Eerste Wereldoorlog neutraal en die neutraliteit werd door alle oorlogvoerende partijen gerespecteerd. Het hoefde dus aan niemand de oorlog te verklaren en niemand verklaarde de oorlog aan Nederland. e Oostenrijk-Hongarije had voor zijn oorlogsverklaring aan Servië een concrete aanleiding: het wilde maatregelen treffen tegen de terroristische groep die de Oostenrijkse troonopvolger hadden vermoord. In alle oorlogsverklaringen daarna ging het initiatief uit van Duitsland: dat verklaarde de oorlog aan Rusland (1 augustus) en Frankrijk (3 augustus) en zet ook als eerste zijn legers in (trekt door het neutrale Luxemburg op 1 augustus, trekt door het neutrale België op 4 augustus). 3a De Duitse aanval op het neutrale België, die door de Britse regering werd beantwoord met een oorlogsverklaring aan Duitsland. In deze toespraak legt Lloyd George nog eens uit wat de Engelse regering beweegt om Duitsland de oorlog te verklaren: het is een strijd tegen de ‘aanspraak op heerschappij van een materiële, harde beschaving die, wanneer zij eenmaal de wereld beheerst, vrijheid en democratie doet verdwijnen.’ Tekstelementen die deze aanleiding bevestigen: - ‘Internationale verdragen? Zij verstikten de voeten van Duitsland bij zijn voortgang. Snijd ze door met het zwaard. Kleine mogendheden? Zij belemmeren de voortgang van Duitsland. Vertrap ze in het slijk onder de Duitse laars.’ Dit verwijst naar de Duitse aanval op de neutrale kleine mogendheid België. - ‘(…) dat is het antwoord dat hij [‘de soldaat van Pruisen’, het Duitse leger dus] België gaf- snelheid van handelen is Duitslands grootste goed’. Dit verwijst naar het Duitse argument om België binnen te vallen: de Duitse strategie berustte op snelle troepenbewegingen, en daarvoor moest het Duitse leger over Belgisch grondgebied; als de Belgische regering het Duitse leger geen vrije doortocht zou verlenen, zou het zichzelf die doortocht wel verschaffen. Ook de tekstfragmenten van de automobilist en wegpiraat verwijzen naar de Duitse aanval op België. b De mentaliteit van de Pruisische jonkers (die in de regering de dienst uitmaken), een ‘materiële, harde beschaving die (…) vrijheid en democratie doet verdwijnen’. Het Duitse volk ‘zit onder deze laars van de militaire kaste’. c Duitsland is oorlogszuchtig: Nee, het is Engeland zelf dat de oorlog aan Duitsland verklaarde en niet omgekeerd, en Engeland, Frankrijk en Rusland verklaarden daarna ook de oorlog aan Oostenrijk-Hongarije en Turkije (zie bron 2); de geallieerden zijn dus net zozeer de agressors als de Centralen. Duitsland is uit op wereldheerschappij: Het is juist Engeland dat heer en meester is op alle wereldzeeën. Toen Duitsland een sterke vloot ging bouwen, vond Engeland dat niet goed – alsof dat land kan bepalen welke landen een sterke vloot mogen bezitten. Engeland zelf begon met het sluiten van bondgenootschappen en deed alles wat in zijn vermogen lag om de eigen wereldheerschappij te beschermen. 4a Een revolutie zou Rusland waarschijnlijk in (bestuurlijke) chaos storten, wat voor de Centralen een militair voordeel zou zijn. Bovendien bestond er een kans dat de revolutionairen zouden proberen de oorlog snel te beëindigen om de bevolking te geven waar het om vroeg en zo de revolutie te redden. Ook dat zou een groot

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

militair voordeel zijn voor de Centralen, want die zouden hun aandacht dan volledig op het westfront kunnen richten. b Tussen de conservatieve Centralen – autoritair bestuurde keizerrijken waar de arbeidersklasse maar weinig voet aan de grond kreeg in zijn streven naar maatschappelijke hervormingen – en de Russische revolutionairen (socialisten die eerst in Rusland en daarna in de rest van de wereld de maatschappij ingrijpend wilden hervormen) bestond geen enkele ideologische verwantschap, het waren juist elkaars doodsvijanden. Het was nogal cynisch dat juist de Centralen de Russische revolutie (hun ideologische tegenstanders dus) zo toejuichten. c Door de Russische revolutie trok Rusland zich terug uit de oorlog en kon Duitsland zich vrijwel volledig op het westfront concentreren; daar probeerde het begin 1918 ook een doorbraak te forceren, wat op een haar na ook lukte. Op korte termijn lijkt de invloed van de Russische revolutie op de Eerste Wereldoorlog dus erg groot. Afgezet tegen andere ontwikkelingen in de oorlog – met name de deelname van de Verenigde Staten vanaf april 1917 – lijkt de invloed van de Russische revolutie een stuk bescheidener. Duitsland kon de strijd tegen de met de Verenigde Staten versterkte geallieerden nooit winnen, en het wegvallen van Rusland heeft de Duitse nederlaag hooguit iets vertraagd. Nota bene: Speelde de Russische (februari)revolutie een rol in het Amerikaanse besluit aan de oorlog deel te nemen? Dat is moeilijk te zeggen – de Amerikaanse regering zelf zei daar niets over – maar het is zeker niet uit te sluiten dat de Amerikanen na de Russische revolutie vreesden dat Duitsland de oorlog zou gaan winnen; dat kan hun besluit om aan geallieerde zijde te gaan vechten hebben bevorderd. In deze redenering was de Russische revolutie (op een indirecte manier) van doorslaggevende betekenis. 5a Doordat in de Eerste Wereldoorlog op grote schaal ook burgers door wreedheden getroffen werden, had de haat aan beide kanten zulke vormen aangenomen dat geen enkele leider de bevolking tot een compromisvrede zou kunnen bewegen. b Historische feiten die het beeld ondersteunen dat president Wilson een idealist was: - In 1916 dacht Wilson kennelijk nog de oorlogvoerende partijen tot een vrede te kunnen bewegen. Dat blijkt uit bron 5, waarin Hoover spreekt over ‘zijn plannen’ en ‘zijn vrede door onderhandelen’. - Wilson kwam naar Versailles met een 14-puntenplan, bedoeld om een rechtvaardige vrede te sluiten, om oorlogen in de toekomst uit te bannen en om het beginsel van volkssoevereiniteit wereldwijd toe te passen. Van al deze punten werd er slechts één uitgevoerd: de oprichting van de Volkenbond. Wilson kon niet voorkomen dat Frankrijk en Engeland de Duitse - Wilson had het idee bedacht van een Volkenbond waar staten hun conflicten op vreedzame wijze zouden bijleggen. Die bon werd wel opgericht, maar had in praktijk niets in te brengen. Zijn eigen land werd niet eens lid, en andere landen trokken zich niets van de Volkenbond aan; de bond had ook geen middelen om vrede af te dwingen – Wilson vertrouwde teveel op het reept van onderhandelen en compromissen sluiten (zoals ook uit bron 5 naar voren komt). c De Krimoorlog past goed bij het beeld dat Hoover schetst van ‘vroegere grote oorlogen’: die oorlog werd door soldaten uitgevochten, met ‘elementen van ridderlijkheid en sportiviteit’. De Frans-Duitse oorlog past niet in het beeld dat Hoover schetst van ‘vroegere grote oorlogen’; in die oorlog raakte een flink deel van de Franse burgerbevolking betrokken. Ook goed: de Napoleontische oorlogen passen niet goed bij het beeld dat Hoover schetst van ‘vroegere grote oorlogen’. Door de dienstplicht (ook voor bezette gebieden, die soldaten moesten leveren voor het leger van Napoleon) en de van het land levende rondtrekkende legers werd ook hier de burgerbevolking bij de oorlog betrokken; het was geen ‘ridderlijke, sportieve’ oorlog van soldaten tegen soldaten alleen. 6a Het affiche moet Britse arbeiders ontmoedigen om te staken; het doet een beroep op hun vaderlandsliefde en hun solidariteit met de soldaten aan het front. Iedereen moet zijn plicht doen, zijn steentje bijdragen. Staken in oorlogstijd om een hoger loon af te dwingen komt neer op landverraad. b Oorlogseconomie: een economie die ten dienste staat aan de oorlogvoering. Op het affiche worden mensen opgeroepen om te gaan werken – in de nationale dienst, een soort dienstplicht, maar dan om te werken – zodat er meer mannen vrijkomen om in het leger te dienen. Als je mee wilt doen aan de oorlog, kan dat ook door te gaan werken, is de boodschap – de economie staat dus ten dienste van de oorlogsinspanningen. c Zeppelins waren langzaam, weinig wendbaar en uiterst kwetsbaar. Het was niet mogelijk om heel precies de beoogde doelen te bestoken, de bommen vielen vrij willekeurig op de stad. Je kon er dus wel angst mee aanjagen en schade mee aanrichten, maar in militaire zin was het een weinig doelgericht en effectief wapen. d De kosten en risico’s van deze manier van aanvallen waren gering: er hoefden geen grote aantallen soldaten te worden ingezet en het mogelijke verlies van materieel was te overzien. In verhouding hiermee was het (vooral psychologische) effect van een zeppelinbombardement groot. e Een totale oorlog heeft invloed op (vrijwel) alle onderdelen van de samenleving en betrekt (vrijwel) de hele bevolking bij de strijd. Bron 6 t/m 10 laten een deel van die invloed zien:

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

- Bron 6 laat zien dat de oorlog gebruikt werd om de arbeidsverhoudingen te beïnvloeden (staken werd sterk afgekeurd, gelijkgesteld aan landverraad). - Bron 7 laat zien dat de bevolking werd gemobiliseerd om te gaan werken. Alleen zo kon economisch gezien de afwezigheid van ruim een miljoen arbeiders – die nu in het leger zaten - worden goedgemaakt. - Bron 8 laat zien dat ook niet-militaire doelen, zoals steden waar alleen burgerbevolking verbleef, werden gebombardeerd. - Bron 9 laat zien dat de oorlog zich tot in alle ‘uithoeken’ (vanuit Europees perspectief uiteraard) van de wereld uitstrekte, en dat dit geen oorlog was van soldaten tegen soldaten, maar dat – zo stelt het affiche - de toekomst van ‘je familie’ op het spel staat. - Bron 10 laat zien dat bij artilleriebeschietingen van grote afstand ook de gewone burgerbevolking wordt getroffen. 7a 1918.Door de Vrede van Brest-Litovsk in maart 1918 had Duitsland een groot deel van westelijk (Europees) Rusland geannexeerd: ‘(…) bijna het halve grondgebied ten westen van Moskou in handen’. In maart 1918 begon Duitsland aan het westfront met zijn voorjaarsoffensief. Het was Parijs voldoende genaderd om het – met de nieuwe reuzenkanonnen – te kunnen beschieten: ‘Drie speciaal gemaakte reuenkanonnen (…) losten (…) hun eerste schoten op Parijs.’ b De dolkstootlegende houdt in dat de bevolking werd wijsgemaakt dat het Duitse leger aan de winnende hand was (of op zijn minst moedig standhield) tot het werd verraden door de socialistische regering, die een voor Duitsland vernederende vrede had gesloten. Daarmee had de regering (de politiek, de democratie) het leger in de rug gestoken, verraden. De toestand die Mak beschrijft laat zien dat de nederlaag van Duitsland voor de meeste Duitsers als donderslag bij heldere hemel was gekomen. In de zomer van 1918 leek Duitsland er nog zo goed voor te staan: heer en meester over een enorm grondgebied, de kanonnen op Parijs gericht (dus een kwestie van tijd voor Frankrijk de strijd zou staken), geen enkele vijandelijke soldaat op Duits grondgebied. Dat die zo rooskleurige toestand binnen drie maanden kon omkeren in een onafwendbare nederlaag, en dus in het accepteren van een wapenstilstand zonder voorwaarden en later een zeer nadelig vredesverdrag, dat was voor veel Duitsers niet te bevatten – en het leger hield de mythe van de goed verlopen oorlog natuurlijk in stand en speelde de slachtofferrol.

Hoofdstuk 5 – De Eerste Wereldoorlog – soldaten en burgers 1a De pragmatische, op overleven gerichte kant: de bronnen beschrijven hoe deze soldaten het ‘rustig aan’ doen en niet als (door haat vervulde) bezetenen de vijand te lijf gingen. Tussen de soldaten van de strijdende partijen was juist sprake van een zekere verstandhouding: we moeten deze oorlog uitvechten, maar laten we de oorlog niet tot een hel maken. b Omdat dit beeld indruiste tegen de propaganda waarmee de burgers aan het thuisfront werden ‘gevoed’. In dat beeld waren de Duitse soldaten ‘beesten’ en leverden de Franse soldaten dag in dag uit een heldhaftige strijd op leven en dood. In werkelijkheid bleek daar – in de hier beschreven situaties – weinig van te kloppen. c Bedoeld wordt het oorlogvoeren met moderne technologie, waarbij tegenstanders konen worden gedood met een druk op de knop, zonder ze in de ogen te kijken. Voorbeelden van oorlogvoering die daarop lijkt, is het gebruik van gifgas, het gebruik van torpedo’s door duikboten, het gebruik van artillerie op tientallen kilometers afstand, het gebruik van zeppelins. 2a Bron 3 stelt de oorlog voor als een gevecht van man-tot-man, eerder met bajonet dan met geweervuur. Het lijkt een type strijd waarin fitte, dappere soldaten een zeker voordeel kunnen behalen. Bron 4 laat zien dat een loopgravengevecht (in de meeste gevallen) vooral prijsschieten was, of, vanuit perspectief van de aanvallende partij, een vrijwel kansloze ondermening die meer met kansberekening dan met fitheid of moed te maken had. Mogelijke verklaringen voor het verschil in beeldvorming: - Man-tot-man gevechten zoals in bron 3 vonden wel degelijk plaats, maar daar zijn weinig tot geen foto’s van omdat fotografen daar nu eenmaal niet middenin konden zitten. - De tekenaar schotelt zijn ‘lezers’ bewust een ‘romantisch’ beeld voor van de oorlog. Zou hij tekenen wat er op de foto te zien is, zou dat waarschijnlijk tot onrust en verontwaardiging leiden; de foto roept veel sterker het beeld op van zinloos bloedvergieten dan de tekening van bron 3. - De foto is gemaakt door een Duitser (want hij is genomen vanaf de Duitse kant) en benadrukt daarom de effectiviteit van de Duitse verdediging tegen het geallieerde offensief bij Verdun – kijk maar, rustig blijven en goed mikken, dan komen ze er nooit doorheen. De tekening is gemaakt door een Fransman en benadrukt dat het geallieerde offensief zinvol is – op de tekening lijken de Franse soldaten (rechts) door de Duitse linie heen te breken.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

De loopgravenoorlog bij Verdun was in 1915 nog relatief ‘rustig’ en overzichtelijk, zoals op de foto te zien is. In 1916 werd het Verdunoffensief gelanceerd; toen zag de strijd er eerder uit zoals op de tekening is weergegeven. b De tekening in bron 3 is het meest geschikt om propaganda mee te bedrijven: hier lijkt oorlogvoeren op een gevecht van soldaat tegen soldaat, waarbij moed en karakter de doorslag kunnen geven. Het ‘prijsschieten’ zoals afgebeeld op de foto (bron 4) is aan het thuisfront moeilijk te verkopen – en zeker niet als heldhaftig verhaal. c Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Onzin: er is geen reden om aan te nemen dat bron 3 en 4 representatiever zijn dan bron 1 en 2; integendeel, bron 1 en 2 beschrijft een meer algemene toestand, terwijl de beelden in bron 3 en 4 momentopnamen zijn. De stelling kan met deze bronnen bewezen nog weerlegd worden. -

3a Naarmate de oorlog langer duurde, namen meer vrouwen het werk over van mannen die als soldaat naar het front gestuurd werden. b Doordat hun onmisbare bijdrage aan de economie en de oorlog nam de waardering voor vrouwen als goede werknemers toe. Dat was goed voor hun zelfvertrouwen. Vrouwen uit de hogere sociale klassen verdienden voor het eerst zelfgeld en waren dus niet langer afhankelijk van het inkomen van hun vader of echtgenoot. Vrouwen uit de lagere klassen hadden meer kans op beter werk en een hoger loon. c Toen de mannen terugkeerden van het front nam het aantal werkende vrouwen weer af tot vooroorlogs niveau, maar het toegenomen zelfvertrouwen, de toegenomen waardering voor vrouwen en de mentaliteitsverandering die dit met zich meebracht, konden niet meer worden tenietgedaan. Op termijn zouden vrouwen hun opmars – actieve deelname aan de economie, dat wil zeggen met een betaalde baan – gestaag voortzetten. (Om het effect van de oorlog op de economische en sociale positie van vrouwen te ‘meten’, moet je dus niet alleen naar de toestand in 1920 kijken; dat is een momentopname. Je moet kijken naar de ontwikkeling op langere termijn.) d De vrouwen op de foto dragen de zorg voor hun kinderen overdag over aan anderen; ze gaan zelf naar een betaalde baan. Dat leverde de vrouwen die de zorg overnamen zelf ook eer een betaalde baan op. 4a Als je de cijfers goed bekijkt, blijkt dat vooral te komen door het hoge aantal Russische krijgsgevangenen (ruim zeventig procent van het totaal aantal geallieerde krijgsgevangenen). Rusland was in de Eerste Wereldoorlog verpletterend verslagen; doordat het nieuwe, communistische regime een strenge vrede van Duitsland accepteerde (om de revolutie te redden), verloor het een enorm gebied en vielen honderdduizenden soldaten in handen van het Duitse leger. Aan de kant van de Centralen werden onevenredig veel Oostenrijkse soldaten krijgsgevangen gemaakt. Als je Rusland en Oostenrijk buiten de optelsom laat, is het verschil veel minder groot (1,35 miljoen geallieerde krijgsgevangenen tegenover 900 duizend Centralen). b De Verenigde Staten namen pas vanaf april 1917 aan de oorlog deel en moesten toen eerst hun troepensterkte nog toen al geweest. De meeste Amerikaanse soldaten vochten minder dan een jaar. Bovendien betraden zij het strijdperk goed bewapend en goed getraind, en werden zij door hun officieren niet ‘roekeloos’ in de strijd geworpen; dat zou voor het thuisfront niet te verkopen zijn geweest, het was immers niet ‘hun’ oorlog. c Burger werden getroffen door artilleriebeschietingen, door wreedheden van het bezettende leger, door honger, ziekte en uitputting. d Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Soldaten uit de koloniën van de oorlogvoerende landen liepen een veel grotere kans om te sterven dan de soldaten ui die oorlogvoerende landen zelf. 5a De geallieerden beschikten over een veel grotere bevolking (892 miljoen tegenover 143 miljoen Centralen) en daarmee over een grotere economische kracht en een groter reservoir aan menskracht om uit te putten voor het leger. De geallieerden riepen dan ook tweemaal zoveel soldaten onder de wapenen (bron 8) als de Centralen. b Er werden bijna 65 miljoen soldaten gemobiliseerd, op een wereldbevolking van 1864 miljoen. Dat is ongeveer 3,5 procent. c Bij geallieerden en Centralen samen waren 1,5 miljard mensen in oorlog (1035 miljoen in de ‘moederlanden’ en 465 miljoen mensen in de koloniën van deze landen). Op een wereldbevolking van 1864 miljoen is dat ruim tachtig procent. d Bron 8 en 9 laten zien hoeveel inwoners die koloniën hadden en hoeveel mensen uit Britse koloniën sneuvelden – hoeveel mensen uit Britse koloniën gemobiliseerd werden is niet goed te zien, omdat Britten en inwoners van de Britse koloniën één cijfer gebruikt wordt (8.905.000). Het aantal ‘beschikbare’ mensen zegt op zichzelf weinig over de rol die koloniën in de oorlogvoering speelden; die rol zou bijvoorbeeld ook kunnen liggen op economisch vlak. Daarom kun je de stelling dat koloniën ‘doorslaggevend’ waren niet bewijzen, maar ook niet weerleggen. 6a Bij de Eerste Wereldoorlog was een veel groter deel van de wereldbevolking betrokken dan bij de andere drie oorlogen; er werden alleen al 65 miljoen soldaten gemobiliseerd, die allemaal betaald, gevoed en bewapend

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

moesten worden. De legers waren dus omvangrijker, de bewapening was moderner en grootschaliger (dus kostbaarder). Bovendien duurde de Eerste Wereldoorlog langer dan de Krimoorlog en Frans-Duitse oorlog. b Er was ook een groter aantal inwoners ‘beschikbaar’ dat het benodigde geld voor de oorlog bijeen moest brengen; in de oorlogvoerende landen woonde ruim tachtig procent van de wereldbevolking, en in beginsel konden al die mensen worden ingezet in de oorlogseconomie – dus door (gratis) arbeidstijd beschikbaar te stellen of door belastingen te betalen kon deze mensenmassa de kosten ophoesten. c Het precies in kaart brengen van alle (soorten) kosten die een oorlog met zich meebrengt is erg ingewikkeld: wat tel je mee en wat niet? Hoe nauwkeurig zijn vervolgens de cijfers waarover je beschikt? Met name van de Napoleontische oorlogen, die eigenlijk bestonden uit een lange reeks veldtochten en veldslagen met legers van steeds wisselende omvang (waarbij het Franse leger bovendien ‘leefde van het land’: hoe bereken je de kosten dáárvan?) zijn moeilijk in uitgaven uit te drukken; voor een ‘totale oorlog’ als de Eerste Wereldoorlog geldt eigenlijk hetzelfde; over de periode 1914-1918 beschikken we wel over veel cijfers, maar wat reken je in zo’n totale oorlog allemaal mee als ‘oorlogskosten’ en wat niet? Dat moet bijna wel met enig nattevingerwerk gepaard gaan. 7a De tekenaar vindt dat aan de verliezer van de oorlog, Duitsland, door de overwinnende partijen (Engeland, Frankrijk en de VS) een vredesverdrag wordt opgelegd dat gelijk staat aan de doodstraf – Duitsland zal dat vredesverdrag met andere woorden niet overleven, het zal eraan ten onder gaan. b Naar een belangrijk onderdeel van het 14-puntenplan van de Amerikaanse president Wilson; die vond dat zelfbeschikkingsrecht van volken na de oorlog een vanzelfsprekend recht van alle volken moest zijn. Volgens de tekenaar gold dat voor de Duitse bevolking niet, die had niets te kiezen (kon niet over zijn eigen toekomst beslissen). c De overwinnaars wilde iets van de enorme kosten die zij hadden gemaakt (bron 10) goedmaken door Duitsland flink te laten betalen voor alle geleden schade (bron 11). d De onredelijkheid van het verdrag van Versailles heeft een op revanche beluste Duitse bevolking opgeleverd; dat heeft e populariteit van een radicale partij als die van Hitler mogelijk gemaakt. Het verdrag van Versailles zaaide dus de kiemen voor een nieuwe oorlog. e Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Argument voor de stelling is dat ook na eerdere oorlogen de verliezende partij flink moest ‘bloeden’; Versailles was niet zo bijzonder als soms wordt voorgesteld. Argument tegen de stelling: Al ten tijde van het opstellen van het verdrag waren er genoeg mensen die voorspelden dat dit verdrag zijn eigen, nieuwe oorlog zou creëren; de onderhandelaars hielden met dat gevolg te weinig rekening, terwijl ze beter hadden kunnen weten.

Casus hoofdstuk 2 - De ‘zwarte Florence Nightingale’ 1a Bron 1. Warner noemt het verhaal van Seacole een voorbeeld van racisme. Dit soort discriminatie kwam honderd jaar later nog steeds voor. In bron 2 vraagt Seacole zich zelf af of er misschien sprake is van ‘vooroordelen jegens kleurlingen’. De andere bronnen ondersteunen de bewering niet. b Bron 6, inclusief het niet genummerde stukje rechts bovenaan de bladzijde, dat per ongeluk niet genummerd is. In deze bronnen stelt de onderzoekster Seaton dat Seacole werd afgewezen omdat ze te opvallend was, en dat ze lange tijd vergeten werd omdat ze geen bestuurder was (zoals Nightingale) maar een ‘doener’ en omdat ze geen gezaghebbende vakliteratuur naliet (zoals Nightingale). Met racisme heeft dat volgens Seacole niets te maken. c De inleidende tekst weerlegt de bewering eerder dan dat ze die bevestigt. Waarom de verzoeken van Seacole om als verpleegster te worden uitgezonden werden geweigerd, wordt niet gezegd (we weten dat ook niet). Dat Seacole vervolgens op eigen houtje naar de Krim kon afreizen om daar een hotel voor gewonde en zieke officieren te openen (en open te houden), en hiervoor door veel mensen gewaardeerd werd, is moeilijk te rijmen met het verhaal dat ze gediscrimineerd werd omdat ze zwart was. Maar uit te sluiten is het niet. De waardering die ze achteraf kreeg zegt immers niets over de reden waarom haar aanvraag om te worden uitgezonden werd afgewezen. d Je eigen antwoord. Het verhaal van Seaton (bron 6 en het ongenummerde stukje bron rechts bovenaan) is waarschijnlijk even geldig. 2a Verontwaardiging over het nog altijd voortduren van de discriminatie van minderheden, in dit geval met name zwarte mensen. Maar ook het vergroten van het zelfvertrouwen van zwarte verpleegsters; die moeten aan Seacole – die zich door discriminatie niet liet weerhouden het beste van zichzelf te geven – een voorbeeld nemen.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

b Niet zo goed. Uit bron 3 blijkt dat Seacole zichzelf (liever) niet als zwarte vrouw zag, ze maakte zelf discriminerende grapjes over zwarten en andere etnische of religieuze groepen. Voor iemand die je als boegbeeld voor de emancipatie van zwarte verpleegsters wilt gebruiken, is dat niet handig. c Andere motieven: - Seacole als heldin vereren is goed voor het zelfvertrouwen van de zwarte bevolking (zie bron 4). - Seacole als heldin vereren is niet meer dan terecht; wat zij deed wat net zo nobel als Nightingale (bron 6). - Seacole was haar tijd ver vooruit (het ongenummerde stukje bron rechts bovenaan). - Seacole als heldin vereren is een manier om de discriminatie van immigranten en vluchtelingen uit onze eigen tijd onder de aandacht te brengen (bron 1). d Niet alle motieven zijn hetzelfde, maar de meeste zijn vergelijkbaar: - Florence Nightingale herdenken is goed voor het zelfvertrouwen en zelfbewustzijn van vrouwen, in het bijzonder vrouwelijke verpleegsters. - Florence Nightingale was – in dit geval in medisch opzicht – haar tijd vooruit, ze moderniseerde de gezondheidszorg. 3 Groepen die strijden voor emancipatie / tegen discriminatie, zoals de zwarte immigranten van Europa de afgelopen tientallen jaren deden, kunnen een ‘boegbeeld’ uit de geschiedenis goed gebruiken; zo iemand kan als voorbeeld dienen en lotsverbondenheid scheppen: ‘zij legde zich er niet bij neer (en had succes), waarom zouden wij dat wel doen?’ Wie in de geschiedenis gaat zoeken naar een ‘boegbeeld’, vindt er bijna altijd wel een. Het is dus altijd mogelijk dat een ‘vergeten’ historische persoon op zeker moment weer ‘uit de kast gehaald wordt’ om ten voorbeeld gesteld te worden.

Casus hoofdstuk 4 - Het Kerstbestand van 1914 1a Vijf verklaringen voor het Kerstbestand van 1914: - Dit soort informele wapenstilstanden maakten deel uit van een lange militaire traditie die voortbouwde op middeleeuwse ridderlijkheid: leven en laten leven (bron 1, bron 3). - Aan Duitse kant waren het Saksen die bij het Kerstbestand betrokken waren. Zij wilden eigenlijk geen oorlog, at waren de Pruisen (bron 2). - Socialisme. In beide kampen kwamen de soldaten uit de lagere sociale klassen; zij voelden zich uitgebuit (en gedwongen te vechten voor) door de dus hogere klassen. Het Kerstbestand zou dan een vorm van solidariteit zijn (bron 4). - Duitse trots op hun superieure christelijke cultuur: ze zagen zichzelf als de uitvinders van Kerstmis en wilden met het Kerstbestand laten zien dat ze die traditie hoog hielden. Omdat de Engelsen het kerstfeest kenden, schiep dat een cultureel-religieuze band (bron 5). - Uiting van beschaafd gedrag; in het begin van de oorlog was dat er nog, maar na 1914 stompten de soldaten af door onophoudelijk met vernietiging geconfronteerd te worden (bron 6). b De verklaringen uit bron 1, 3 en 6 verwijzen naar factoren op lange termijn, die uit bron 2, 4 en 5 waren eerder van toevallige of tijdelijke aard. Over het indelen van de verklaring uit bron 2 en 5 kun je twisten: je kunt verdedigen dat dit een ‘structurele’ factor was, die op langere termijn speelde. c De verklaringen uit bron 1, 2, 3, 5 en 6 hebben alle te maken met cultuur. Alleen bron 4 geeft een meer politieke verklaring. 2a Ja, de dagboekaantekeningen van Stockwell ondersteunen deze verklaring: de Saksen uit het verhaal van Stockwell roepen dat ze ‘vandaag niet willen vechten’ en delen bier uit. Dat zou kunnen passen in een ridderlijke traditie van strijdende partijen die tussen al het vechten door ook respect voor elkaar opbrengen en hun ‘menselijke kant’ tonen. b Nee, da dagboekaantekeningen van Stockwell ondersteunen deze verklaring niet. In wat de Saksische soldaten doen en zeggen, en in de Engelse reactie daarop, speelt klassenstrijd geen rol – althans, in dit verhaal is niets wat daarop wijst. 3a Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Meest geloofwaardig is de verklaring uit bron 2, gevolgd door die uit bron 4 en 5. De verklaringen uit bron 1, 3 en 6 zijn het minst geloofwaardig. b Je eigen antwoord. c Je eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Alle soldaten dachten met Kerstmis meer aan thuis dan op andere dagen, werden daar weemoedig van en verloren voor heel even de lust om te vechten.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

Casus hoofdstuk 5 – Het leger, iets voor jou? 1a Een passagiersschip is aangevallen, er drijven drenkelingen in het water. Dit verwijst naar de aanvallen van Duitse duikboten op alle scheepsverkeer op de Atlantische Oceaan. Duitsland wilde de Amerikaanse (wapen)leveranties aan Engeland verhinderen. Omdat het dacht dat die wapens ook gesmokkeld werden in passagiersschepen, viel het deze ook aan – met grote aantallen slachtoffers als gevolg. b De oude leeuw is Engeland, de jonge leeuwen zijn de voormalige Engelse koloniën (Canada, Australië e.a.) en ook volken in de gebieden die nog kolonie van Engeland waren. De inwoners van de koloniën werden volop ingezet in de Eerste Wereldoorlog, en er werd gevochten in Afrika, het Midden-Oosten, Oost-Azië. Bij het werven van soldaten uit de koloniën speelde op de achtergrond de belofte van – als een soort beloning – meer autonomie of zelfs onafhankelijkheid mee. Dat werd niet letterlijk belóófd, maar er werden subtiele verwijzingen naar gemaakt. c De Duitse regering behandelde dit verdrag als een vodje papier: het trok zich er niets van aan en trok in augustus 1914 door het neutrale België. De overrompeling van het neutrale België was cruciaal in de Duitse oorlogsplannen, want het Duitse leger wilde de sterke verdedigingslinie aan de Duits-Franse grens omzeilen om zo snel mogelijk door te stoten naar Parijs; als Parijs was ingenomen, zou Frankrijk zich vanzelf overgeven. De Duitsers hadden er niet op gerekend dat Engeland zich zo snel in de oorlog zou mengen, het had gehoopt Frankrijk onder de voet te lopen voor de Engelsen konden reageren. 2a Bron 1: Vecht voor koning en vaderland; sta niet toe te kijken zoals de anderen, maar doe mee. Bron 2: Als je niet meevecht, zul je later als een lafaard gezien worden: waar was jij toen anderen het vuile werk opknapten? Bron 3: Ga in dienst; vrouwen en moeders vinden het goed, zo verdien je hun respect. Bron 4: Als zoveel getrouwde mannen (die een vrouw en vaak een gezin achterlaten) voor koning en vaderland vechten, kun jij als alleenstaande man niet achterblijven, dat zou laf zijn. Bron 5: Jonge, fitte mannen die niet in dienst gaan zullen door hun vriendinnen en door andere jonge vrouwen (mogelijke toekomstige partners) als slappelingen – verraders bijna - worden gezien. Dat wil je toch niet? Ook: wie wil de vriendin of verloofde zijn van een man die niet het karakter heeft om in een oorlog voor koning en vaderland te strijden? Jij toch niet? Bron 6: Laat dit onrecht niet onbestraft. (Pak met ons de wapens op om deze misdaden te vergelden.) Bron 7: Je kunt beter zelf meevechten, dan doe je iets aan het gevaar dat jou en anderen bedreigd, dan thuis te zitten wachten tot een zeppelin je huis bombardeert. Bron 8: We zijn één familie. Met hulp van zijn welpen zal de stam)vader van de familie zijn vijanden verslaan (wat ook in het belang van de welpen zelf is). Bron 9: De Duitsers hebben de Engelse eer geschonden: de verdragen die wij tekenen zijn voor hen niets waard. Laat dat niet over je kant gaan, houd de eer van je land hoog en help het verwoeste België te bevrijden. b Je eigen rubrieken. Bijvoorbeeld: - Patriottisme: opkomen voor de eer van koning en vaderland. Bron 1, 4, 5, 7, 9. - Inspelen op het gevoel niet door anderen als ‘lafaard’ te worden gezien, zeker niet door vrouwen. Het is belangrijk het respect van anderen te verdienen; dat doe je door voor je land te vechten. Bron 2, 4 en 5, en (in iets mindere mate) bron 1 en 3. - Hier wordt onrecht gedaan. Dat accepteren we toch niet? Verdedig onze 9en jouw) eer! Bron 6, 9. - We horen bij elkaar, doe met ons mee. Bron 8 (speciaal gericht op de koloniën). - Niets doen is óók gevaarlijk; je kunt maar beter meevechten, dat kan het verschil maken (de nadruk ligt hier meer op eigenbelang: het gaat ook om jouw veiligheid). Bron 7. c Je eigen antwoord. Een goed antwoord noemt: - een beroep doen op de mannelijke eer (met als schrikbeeld het respect van de vrouwen te verliezen) en de angst als ‘lafaard’ achter te blijven. - een beroep doen op solidariteit: onrecht bestrijden, anderen te hulp komen. - een beroep doen op patriottisme (vaderlandsliefde); in vrijwel elk affiche worden ‘koning en vaderland’ genoemd. 3 Verschil tussen de Britse en Duitse wervingsboodschap: Duitsland zal de nadruk hebben gelegd op militaire eer en de heldhaftigheid van een soldatenbestaan. Duitsland zal op affiches benadrukken dat het recht heeft om zich te verzetten tegen de Engelse hegemonie op zee en de Brits-Franse koloniale dominantie. Duitsland zal verwijzen naar zijn ‘superieure’ cultuur en het vijandbeeld aanwakkeren van de Engelse en Franse cultuur als ‘verdorven’. De Duitse propaganda zal zich ook met name tegen Rusland hebben gericht. Verschil tussen de Britse en Franse wervingsboodschap: Frankrijk werd zelf aangevallen. In de werving van soldaten zal dus meer nadruk hebben gelegen op het redden van het vaderland en van eigen huis en haard. Ook

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

Frankrijk zal het vijandbeeld van de Duitsers hebben versterkt, om de haat onder de bevolking op te stoken en het de Duitse soldaten in Frankrijk zo lastig mogelijk te maken. Verschil tussen de Britse en Amerikaanse affiches: de Amerikanen werden zelf niet bedreigd, uitgezonderd hun scheepvaart. In de Amerikaanse wervingsboodschap zal de nadruk hebben gelegen op idealisme: strijden voor democratie, voor vrijheid/vrij handelsverkeer, kortom, voor ‘de goede zaak’ wereldwijd. De Amerikanen zullen terughoudender zijn geweest met het creëren van een vijandbeeld van de Duitsers, omdat een deel van de immigrantenbevolking in de VS zelf van oorsprong Duits was; de regering moest de Duitse Amerikanen niet van zich vervreemden.

Antwoorden bij het Proefexamen (vwo) 1 Oorzaken van de mislukking: o Napoleons hoogmoed: verblind door behaalde overwinningen (‘verduisterd brein’) dacht de kleine generaal heel de wereld aan de zijn voeten te kunnen werpen. Hoogmoed komt voor de val. o Napoleons optreden als ‘beul der volkeren’ leidde tot grote afkeer van de Fransen/Frankrijk. Het verzet tegen Franse overheersing groeide alleen maar door zijn verwoestende militaire campagnes. o Een aanzienlijk deel van het Napoleontische leger was niet Frans. Het buitenlandse element zal de eenheid van de Franse troepen niet ten goede zijn gekomen. Tolstoi wekt de indruk dat Napoleon de Franse soldaten ‘voortrok’ op buitenlandse troepen. 2 Hoe Napoleon dacht welzijn te brengen Napoleon voerde in de gebieden die hij veroverde (en onder Frans bestuur bracht) een aantal hervormingen door, zoals modernisering van de rechtspraak en de afschaffing van allerlei oude voorrechten. De mening van Tolstoi hierover Tolstoi vindt Napoleon een gewetenloze beul die zichzelf wijsmaakte dat hij het allemaal voor het welzijn van anderen deed. Was de mening van Tolstoi bijzonder? Historici hebben wel aandacht besteed aan de slachting die Napoleon uit zijn naam liet aanrichten, en aan de fouten die hij maakte in zijn veldtocht naar Rusland – meestal wordt dan overmoed als belangrijkste oorzaak van mislukking aangevoerd. In de ‘volksmond’ is Napoleon toch vooral een held gebleven, een fascinerende, succesvolle veroveraar. 3 Dingen die je op basis van deze bron als feit kunt aannemen: o In Moskou is een grote brand geweest. o Napoleon heeft geprobeerd Rusland te veroveren o Napoleon is Rusland binnengevallen. Dingen die een onderzoeker na vergelijking met andere bronnen als feit zou kunnen aannemen: o Het keizerlijke leger trok met 400 duizend man de Weichsel over. o De Franse verliezen bedroegen ongeveer 50 duizend man. o De brand van Moskou heeft aan 100 duizend Russen het leven gekost. Dingen die een onderzoeker niet als feit kan aannemen: o Napoleon maakt zichzelf wijs dat hij het lot van miljoenen mensen kon bepalen (enz.) o Napoleon beeldde zich in dat de oorlog met Rusland volgens zijn wil was geschied. o Napoleon vond troost in het feit dat er niet zoveel Fransen waren omgekomen. Dit zijn uitspraken over wat Napoleon dacht en zijn drijfveren. Daarover zijn erg moeilijk feiten vast te stellen; alleen Napoleon zelf wist dat. Bij alle bronnen die Napoleon zelf heeft nagelaten, moet je bedenken dat hij wist dat ‘de geschiedenis’ hem zou beoordelen. Gaf hij dan zijn werkelijke gedachten en motieven wel bloot? We kunnen dat niet met zekerheid zeggen. 4 Territoriale afspraken, gemaakt op het Congres van Wenen o De zuidelijke en noordelijke Nederlanden werden samengevoegd tot één staat. o Noord-Rijnland en Westfalen werden aan Pruisen toegevoegd. o Noord-Italië werd aan Oostenrijk toegevoegd. Waarom deze afspraken gemaakt werden Op het Wener Congres bespraken de overwinnaars van Napoleon hoe ze de vrede en orde in Europa konden herstellen en bewaren. Ze deden dat onder meer door de staten die rond Frankrijk lager, sterker te maken, om zo Frankrijk te ontmoedigen in de toekomst nieuwe pogingen tot verovering te ondernemen.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

Door de vijf grote mogendheden (Oostenrijk, Pruisen, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk) ongeveer even sterk te maken, probeerden zij een machtsevenwicht te bewaren. 5 De Krimoorlog toonde aan dat de militaire kracht van Rusland niet zo groot was als werd gedacht. Bovendien bleek het Turkse rijk te zwak om zichzelf te verdedigen, wat de ‘grote vijf’ ertoe dreef zich daarmee te bemoeien. (Rusland en Oostenrijk om stukken ervan in te pukken, Engeland en Frankrijk om dat te voorkomen.) Het machtsevenwicht dat in Wenen was bedacht, werd hierdoor verstoord. 6 Elementen die aantonen dat Bismarck over de Duitse eenwording spreekt: o ‘Duitsland kijkt niet naar het Pruisische liberalisme, maar naar zijn macht. De Zuid-Duitse staten geven zich graag over en het liberalisme en om die reden zal niemand de rol van Pruisen aan hen willen overdragen!’ De rol waar Bismarck over spreekt is die van leiding geven aan de eenwording van Duitsland. Die rol kan alleen Pruisen vervullen, want Pruisen heeft macht; de Zuid-Duitse staten hebben de mond vol van liberalisme, maar daarmee bereik je geen eenwording: ‘Niet door toespraken en meerderheden (…) maar door bloed en ijzer’. o ‘Sinds het Verdrag van Wenen zijn onze grenzen niet gunstig voor een heilzame machtspolitiek.’ Bismarck is niet tevreden over de grenzen van Pruisen die in 1815 zijn vastgesteld. Pruisen had daar Noord-Rijnland en Westfalen gekregen. Sindsdien bestond het uit twee niet met elkaar verbonden gebieden. Duitse eenwording (onder Pruisische leiding) zou deze gebieden met elkaar verbinden. 7 Waarom Straatsburg strategisch belangrijk was Deze Franse stad (Strasbourg) lag op de Frans-Duitse grens en kon een belangrijke rol spelen in het verdedigen van die grens. Boodschap van de tekenaar Het is goed dat Duitsland Straatsburg in bezit neemt, dan kan het voorkomen dat Frankrijk rare dingen gaat doen (zoals Duitsland aanvallen). Afspraken over Straatsburg in Vrede van Frankfurt In de Vrede van Frankfurt werd vastgelegd dat (het gebied rond) Straatsburg aan het Duitse grondgebied toegevoegd. 8 Argumenten voor de bewering (met bron) o De Fransen werden in 1871 gedwongen Elzas en Lotharingen op te geven; die gebieden wilden zij terug. o De Duitsers vernederden de Fransen in 1871 door de oprichting van het Duitse keizerrijk te laten plaatsvinden in Versailles, symbool van Franse (Koninklijke) macht. In 1918 werd dat ‘rechtgezet’, want toen stortte het keizerrijk ineen. Argumenten tegen deze bewering (zonder bron) o De Eerste Wereldoorlog was niet op de eerste plaats een strijd tussen Duitsland en Frankrijk, het ging om een veel omvangrijker conflict waarin bondgenootschappen (met verwante ideologieën) tegenover elkaar stonden. o Niet de Fransen, maar de Duitsers zijn de Eerste Wereldoorlog begonne. Duitsland verklaarde Frankrijk immers de oorlog en niet omgekeerd. o De eerste wereldoorlog begon in Sarajevo. In het conflict op de Balkan hadden de Fransen niet de hand. Etc. 9 Een afspraak gemaakt op de Haagse Vredesconferentie Op de Haagse vredesconferenties werden afspraken gemaakt over een humanitaire behandeling van burgers (en krijgsgevangenen). Uitleg van het begrip militarisme Militarisme: Het leger – met zijn orde, discipline en vechtlust – ten voorbeeld stellen aan de burgermaatschappij. Kortweg: het verheerlijken, of op zijn minst rechtvaardigen, van geweld als iets dat nu eenmaal nodig is. De boodschap van Hahn Het militarisme stelt zich boven de wet; bij het militaristische Duitsland hoef je niet aan te komen met internationale verdragen en fatsoen. Het trekt zich daar niets van aan. Hahn levert dus niet alleen kritiek op het Duitse militarisme, maar ook op de machteloosheid van het internationaal oorlogsrecht. 10 Twee antwoorden mogelijk: o Nee. Hahn schildert het (Duitse) militarisme juist af als iets barbaars. Hij bedrijft geen propaganda voor oorlog, hij geeft kritisch commentaar op de wreedheden die het Duitse leger tegen de burgerbevolking beging (met name in België)

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

o

VWO / Antwoorden bij Toepassen

Ja. Hahn laat zien dat internationale verdragen niet werken, het (Duitse) leger trekt zich daar toch niets van aan. Je kunt dat ook uitleggen als een oproep tot oorlog: neem de wapens op, deze ‘bruut’ stop je niet met papier (internationale verdragen).

11 Twee oorzaken: o Duitsland viel het neutrale België binnen om snel naar Parijs door te kunnen stoten. Het Belgische leger maar ook de Belgische bevolking pleegde daartegen verzet. Tegen dat verzet trad het Duitse leger meedogenloos op; door keihard te reageren wilden ze verder verzet de kop indrukken. o De Duitse opmars liep niet volgens plan; het Duitse leger bleef steken in Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Een deel van het westfront lag dus in België en zou daar drie jaar blijven liggen. Voor de burgerbevolking in het oorlogsgebied was dat rampzalig: door artillerie werd alles verwoest, het burgerleven kwam volledig stil te liggen en ook burgers – voor zover die niet voor het oorlogsgeweld ware gevlucht – liepen permanent gevaar. 12 In een totale oorlog is (vrijwel) de hele samenleving direct of indirect bij de oorlogvoering betrokken: er is een groot leger (meestal met dienstplichtigen) op de been gebracht, dus bijna iedere familie heeft wel iemand aan het front; de economie staat in het teken van de oorlogvoering; gewone voorzieningen als voedsel en drinkwater staan door de oorlog onder druk. In zo’n toestand is het belangrijk dat de burgers de oorlog steunen, dat ze niet gaan morren en hun bijdrage blijven leveren. Dat kan door een beroep te doen op hun patriottisme of trots, en door de vijand af te schilderen als ‘barbaren’ aan wie je maar beter niet overgeleverd kunt zijn. 13 Ja, bron 6 kan als oorlogspropaganda worden gezien. Het laat zien dat het (Duitse) leger naar eigen goeddunken beschikt over het leven van burgers: deze (op de foto) zijn dan ‘goed’ bevonden en mogen blijven leven, maar het laat zich raden wat er gebeurt met burgers die ‘niet goed’ op hun deur geschreven krijgen. Kennelijk, zo laat deze foto zien, vindt het Duitse leger niet dat je alle burgers moet sparen, maar alleen de burgers die aardig tegen je zijn (hoewel je hun land bent binnengevallen). Dat is een schending van het oorlogsrecht. Door dit zo krachtig in beeld te brengen, wordt de publieke opinie beïnvloed: Duitsers worden afgeschilderd als brute lieden die plunderen en moorden als ze de burgers niet aardig genoeg vinden. 14 De volgende dingen moeten in je brief staan: A Onrechtvaardigheden in het verdrag: o Duitsland kreeg als enige de schuld van de oorlog. Daar is veel op af te dingen. o Duitsland raakte grondgebied kwijt. De geallieerden (Frankrijk voorop) maakte zich dus schuldig aan precies dat waar het Duitsland zelf al veertig jaar van beschuldigde: het annexeren van Elzas-Lotharingen (dat ging terug naar Frankrijk, maar de grens werd ook op andere plaatsen ten nadele van Duitsland gewijzigd). o Duitsland kreeg een astronomisch bedrag aan herstelbetalingen opgelegd. Maar Duitsland had van de oorlog zelf ook enorme schade opgelopen. Het had verloren, het verloor grondgebied en het verloor zijn macht in Europa; daar ook nog zo’n enorme ‘boete’ bovenop, die economisch herstel in Duitsland erg zo bemoeilijken, was (volgens Duitsers) niet rechtvaardig. o Duitsland werd gedeeltelijk bezet door vreemde soldaten. o Duitsland verloor al zijn koloniën. o Duitsland mocht alleen een klein, licht bewapend leger op de been houden. Darmee werd het volkomen tandeloos gemaakt. (Enzovoort.) B In de periode 1792-1815 was juist Frankrijk de agressor. Het had Oostenrijk, Pruisen en de andere Duitse gebieden aangevallen, bezet en geplunderd. In 1870 had Frankrijk zelf de oorlog verklaard, alleen maar omdat het zich in zijn eer aangetast voelde. Pruisen had immers gehoor gegeven aan de Franse oproep (eis) om de Spaanse troon niet naar een Hohenzollern te laten gaan. Dat Pruisen, na de Franse oorlogsverklaring, als eerste aanviel, was slechts om als eerste een klap uit te delen; aanval is de beste verdediging. In 1914 was na de moord op Frans Ferdinand overál het leger gemobiliseerd. Duitsland was omsingeld door landen die een bondgenootschap hadden gesloten: Rusland en Frankrijk. Het kon niet wachten tot het van twee kanten zou worden aangevallen. Ook nu werd gekozen voor aanval als de beste verdediging. Duitsland wilde alleen Frankrijk uitschakelen. Door de Engelse bemoeienis met de oorlog raakten meteen veel meer landen erbij betrokken.

Geschiedeniswerkplaats Ten Oorlog!

VWO / Antwoorden bij Toepassen

C Toen de oorlog beëindigd werd, lag het front niet in Duitsland maar in Frankrijk en België. Hoe kan Duitsland de oorlog dan verloren hebben? Een laffe regering heeft het Duitse leger, dat dapper heeft gevochten en niet is verslagen, een dolk in de rug gestoken door een onvoorwaardelijke wapenstilstand te ondertekenen. D President Wilson, u wilt een rechtvaardige vrede, een blijvende vrede. Dit verdrag is niet rechtvaardig. Het Duitse volk wordt onevenredig zwaar gestraft voor een oorlog die het niet meer heeft gewild dan de andere deelnemers aan de oorlog. Het verdrag is ook een bedreiging voor de vrede van de toekomst. Het Duitse volk voelt zich gekrenkt, het is beroofd van zijn trots en van zijn mogelijkheden een nieuwe toekomst op te bouwen. Daarmee zijn de kiemen gelegd voor een nieuw conflict, want vroeg of laat zal het Duitse volk een einde aan dit onrecht willen maken.